Precies twee weken geleden overleed mijn vader. Eendrachtig geschaard rondom onze moeder hebben we hem als kinderen en kleinkinderen herdacht en uitgedragen. Ik mocht de preek doen. Ik wist al welk Bijbelgedeelte we moesten lezen.
Ik kreeg als kind een boek van hem. Hij had het zelf ook als kind gekregen. Het is uit 1938 – pa was toen elf. ‘Premieboek bij de NCRV-kalender’ luidt de ondertitel. Het is een boek over de intocht van het volk Israël in het beloofde land. De foto’s van (toen nog) Palestina en de Bijbelse platen kwamen kennelijk van de kalender, want die moest je zelf inplakken. De jonge Adrie had dat punctueel gedaan.
Eén afbeelding sprak in het bijzonder tot mijn kinderlijke verbeelding. Het is een plaat van de doortocht door de Jordaan. Dat kon een kolkende rivier zijn. Maar je ziet de priesters de rivier in gaan met de verbondskist: teken dat God met hem meeging. ‘Jozua 3,14-17’ staat er bij. Daarin is te lezen dat het water van de rivier op dat moment bleef staan. Er ontstond een doorwaadbare plaats. Het hele volk kon oversteken.
We hebben het gedeelte in de uitvaartdienst gelezen. Niet vanwege mijn jeugdherinnering aan die plaat. Maar omdat ik zeker weet dat het plakboek symbool staat voor het ontluiken van pa’s levenslange liefde voor de Bijbel en voor Israël.
Bij ons thuis werd aan tafel dagelijks uit de Bijbel gelezen. Niet als een leeg ritueel. Integendeel, vaak werd er over het gelezen gedeelte nagepraat. Mijn vader was de motor van dat gesprek. Israël was daarbij zijn stokpaardje – zeker nadat hij het land een aantal keren bezocht had. Hij had het er zoveel over dat wij weleens zeiden: ‘Hou nou maar eens op!’ Dat deed hij vervolgens niet, want waar het hart vol van is…
Toch was pa nooit zwaar op de hand. Hij kon weliswaar de laatste jaren van zijn leven niet meer zonder tranen uit de Bijbel lezen. Maar hij bleef tegelijk een opgewekt en vrolijk man, altijd in voor een praatje met wie dan ook. En: hij was vol vertrouwen dat er eens aan de overkant van dit leven hem een ander land wachtte.
Nu is hij zelf de Jordaan gepasseerd. Want zo wordt het in talloze spirituals, gospels en kerkelijke hymnen bezongen. De letterlijke grensrivier van het land Israël werd in het christendom ook een beeld voor de laatste grens die een mens in zijn leven over moet.
Vandaag, Goede Vrijdag, gedenkt de kerk dat Jezus – onze hogepriester – de doodsrivier is ingegaan en de weg gebaand heeft naar een nieuwe land. Ik heb de plaat vanmorgen nog een keer tevoorschijn gehaald en ik denk aan het vertrouwen van mijn vader.
Gisteren was het weer zover. Toen ik mijn auto geparkeerd had en naar ons kerkgebouw liep zag ik er weer één. Een achtergelaten winkelwagen. Het gebeurt wel meer. Mensen doen hun boodschappen in het nabijgelegen winkelcentrum. Ze laden in, maar zijn te beroerd om het wagentje terug te brengen. Ze laten het staan bij de kerk.
Lees meerDe eerste echte lentedag. Het is vroeg in de ochtend. Ik sta in mijn tuin zoals ik elke dag doe. Ik mediteer er en bid. Geen spiritueler plek dan onder een blote hemel. Maar vandaag is anders dan de afgelopen maanden. De kou is weg. De magnolia staat in volle bloei. Ook de bomen naast ons huis kleuren roze. En ineens is ook de grond geel: het speenkruid. Het is windstil, de hemel blauw.
Lees meer