Gerbrand Bakker is een gevestigde naam in literair Nederland. Ik kwam al veel lovende besprekingen van zijn werk tegen. Zelf las ik hem nog nooit (afgezien van zijn columns in Trouw). Zijn nieuwste boek nodigt mij uit zijn eerdere werk met terugwerkende kracht te verkennen.
In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuw verschenen boek dus, maar wel de moeite meer dan waard.
Nooit geweten dat Cohen’s succesnummer ‘Halleluja’ in de vertolking door andere artiesten bekend is geworden. Maar ik had het kunnen weten: ik leerde het nummer zelf via de cd ‘Grace’ van de betreurde Jeff Buckley kennen. Daarvóór had John Cale het al gezongen. Nog een wonder dat deze laatste het nummer ontdekte, want de platenbaas van Cohen had het afgekeurd.
Het wereldberoemde boek van Erich Maria Remarque is voor de derde maal verfilmd, dit keer door Netflix. De film toont de wreedheid van oorlog in alle openheid. Ik ben blij dat ik hem overdag bekeek (voordeel van de pensionado), want nu kon ik de rest van de dag bijkomen van alle geweld en werd de nachtrust niet al te zeer verstoord. Want wat een huiveringwekkende film.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.