Ik heb schaamte altijd gekoppeld aan dingen die je zelf hebt gedaan maar die je liever verborgen houdt in de kelders van je leven. Maar de joodse psychiater Louis Tas (1920-2011) verbond schaamte ook met wat ánderen jou hebben aangedaan. In zijn geval: de verschrikkingen van de Holocaust. Zijn dochter Shula heeft op haar manier ook met dezelfde soort schaamte te strijden en schreef er een prachtig boek over.
De Afro-Amerikaanse literatuur staat inmiddels wel op de Nederlandse kaart. Veel minder is het gesteld met de literaire werken van Native-Americans. Die hebben weliswaar minder vertegenwoordigers, maar toch kent de VS inmiddels iemand van statuur uit deze cultuur: Louise Erdrich. Ze schreef het magistrale ‘De nachtwaker’, een roman die de lezer midden in een gemeenschap van Chippewa-indianen plaatst.
Willem Jan Otten is verknocht aan de mis. Sinds zijn late doop in 1999 bezoekt hij haar wekelijks – eerst in Naarden, later in Amsterdam. ‘Bezoekt’ schrijf ik, maar tijdens de coronacrisis moest dat ‘bezocht’ worden: de kerken werden voor bezoekers gesloten. Otten moest de mis missen. Maar hij maakte van de nood een deugd. Die deugd leverde een prachtige boek op.
Peter Sloterdijk geldt als een auteur van ingewikkelde boeken. Maar die ervaring deel ik niet na het lezen van dit boek. Sloterdijk is ook omstreden: laatst verschenen verdachtmakingen dat zijn gedachtengoed binnen de AfD, de Duitse rechts-populistische politieke partij, kan worden gebruikt. Ook daarvan vond ik geen aanleiding in zijn laatst verschenen boek over religie. Hoewel? Daarover zo meteen toch iets.
Gerard Strobrand is zestig en single. Hij woont in het dorpje ’s Heerenhoek in Zeeland. Maar hij ontvlucht zijn huis vaak om middagen door te brengen bij Van der Valk in Middelburg. Daar eet hij wat, drinkt een glas wijn en kijkt naar de mensen binnen en de vogels buiten.
Het eerste gedicht dat ik van de Israëlische dichter Yehuda Amichai las, was ‘De diameter van de bom’ dat stond in een bundel van dichters voor Amnesty International (2005). Ik wist meteen dat ik zijn naam moest onthouden. In het afgelopen jaar verscheen het eerste deel van vertalingen van zijn gedichten. Ik kan niet wachten op het tweede.
Édouard Louis is een Franse schrijver van 29 jaar die al drie internationaal goed verkochte boeken schreef. Ze zijn, zo lees ik, alle drie autobiografisch en vertellen over zijn jeugd in armoede en over zijn homoseksualiteit. Ik las zijn nieuwste boek: een ontroerend portret over zijn moeder.
In de nacht van 18 op 19 november van het jaar 1421 vond in de omgeving van Dordrecht een dijkdoorbraak plaats die het Zuid-Hollandse landschap voorgoed zou veranderen. Deze ramp werd later de Sint-Elisabethsvloed genoemd. Dit jaar zal het 600 jaar geleden zijn dat de ramp zich voltrok. Het herdenkingsjaar wordt geopend met een boek over geschiedenis en invloed van de ramp.
De vertaling van ‘The Hill We Climb’ zorgde al voor veel commotie. Maar welk standpunt je ook innam (vóór of tegen een vertaling door Marieke Lucas Rijneveld), de vertaling die Zaïre Krieger nu van het monumentale gedicht maakte, zal de meeste stemmen doen verstommen.
Raymond Carver (1938-1988) is vooral beroemd geworden als schrijver van korte verhalen. Dat hij ook dichter was, is minder bekend. Maar het korte verhaal (!) waarmee deze gedichtenbundel opent, laat zien hoe vroeg zijn liefde voor poëzie opbloeide. Nu kan ook het Nederlandse lezerspubliek met zijn poëzie kennismaken.
Bijna honderd jaar geleden, tussen 1927 en 1929, nam gospelblues-zanger Washington Phillips achttien bijzondere liedjes op die de eeuw ruimschoots hebben overleefd. Spotify brengt er negen van opnieuw onder de aandacht.
Een man spoelt gewond aan op een eiland. Een vrouw vindt hem en verzorgt hem. Daar begint het conceptalbum van Christine Oele, beter bekend als VanWyck. Het album bestaat uit songs over de verhalen die de vrouw over haar eiland vertelt, maar in de songs mengen zich de herinneringen en koortsdromen van de man.
Radiojournalist Johnny interviewt kinderen over hun dromen en verwachtingen van de toekomst. Hij trekt van school naar school, van plaats naar plaats. Hij is alleen (gescheiden), maar als zijn zus Viv belt, verandert dat voor een tijdje. Haar man, die elders verblijft, heeft haar nodig: of Johnny op haar zoontje Jesse kan passen. Maar dat duurt langer dan gedacht.
Ik kende Dean Owens eerlijk gezegd niet, maar de kennismaking smaakte naar meer. Misschien ook wel omdat de uit Schotland afkomstige Owens John Convertino en Joey Burns, de mannen van de groep Calexico, in de arm heeft genomen. Dat resulteerde in een album dat zou kunnen doorgaan voor één van de genoemde band, maar dan met een derde lid.
‘Wat goed is, komt snel,’ wordt wel gezegd. Dat geldt zeker voor de Belgische singer-songwriter Meskerem Mees, amper 22 jaar, maar bij onze Zuiderburen al een tijdje een bekende naam. Met haar debuutalbum verovert zij nu de rest van de wereld. Ook ik werd gegrepen.