Beeldend kunstenaar en schrijver Miek Zwamborn woont samen met haar partner Rutger Emmelkamp (R. zoals hij in dit boek wordt aangeduid, is ook kunstenaar) op het Schotse eiland Mull. Ze doet op veelkleurige en veelvormige wijze verslag van haar ervaringen als eilandbewoonster.
‘Je hoeft maar drie regels te lezen uit met name zijn latere werk en je weet: dat is Reve. Veel mensen zien dat als een teken van kracht, ik zie het eerder als een zwakte.’ Aldus Arnon Grunberg in zijn nieuwste essaybundel. Laat dat nu uitgerekend de reden zijn waarom ik – al vanaf ‘Blauwe maandagen’ en ‘De troost van slapstick’ - de fictie van Grunberg zelf minder waardeer dan zijn essays: ik mis een eigen vertelstem.
Verhalen over het vissen – je zou zeggen: dat moet wel saai zijn. Maar wie de verhalenbundel van Ota Pavel ter hand neemt, kan hem maar moeilijk weer wegleggen. Al blijkt pas tegen het eind wat de betekenis van het vissen voor de schrijver ten diepste is.
Gerbrand Bakker is een gevestigde naam in literair Nederland. Ik kwam al veel lovende besprekingen van zijn werk tegen. Zelf las ik hem nog nooit (afgezien van zijn columns in Trouw). Zijn nieuwste boek nodigt mij uit zijn eerdere werk met terugwerkende kracht te verkennen.
In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuw verschenen boek dus, maar wel de moeite meer dan waard.
Wie vertrouwd is met het dichtwerk van Toon Tellegen, kan zonder zijn naam te zien een nieuw gedicht herkennen. Het heeft een eigen, niet met andermans werk te verwarren stijl. In ‘Langs een helling’ treffen we weer het beproefde procedé aan, maar tegelijk is het ook anders: Tellegen wordt ouder en dat merken we.
De dichter Cor Jellema schreef een indrukwekkend oeuvre bij elkaar: ruim 600 pagina’s telt zijn verzameld werk. Maar het duurde lang voordat hij echt naam maakte. De vorig jaar verschenen, aan hem gewijde biografie brengt Jellema's jarenlange strijd om erkenning in beeld.
In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuwverschenen boeken dus, maar wel de moeite meer dan waard.
De schrijfster voert ‘leegte’ toe aan de zeven hoofdzonden die binnen het christendom benoemd worden. Behalve instemming roept ze met haar boek ook vragen op. ‘Het verlaten individu’, maar door wie verlaten? En kan de leegte van die verlatenheid dan nog wel zonde heten? Toch geeft haar boek te denken.
n veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuwverschenen boeken dus, maar wel de moeite meer dan waard.
Het eerste concert dat ik van Bob Dylan meemaakte was in 1978 in De Kuip. Toen al ‘vermaakte’ hij zijn songs, zodat je als concertbezoeker even nodig had om ze te herkennen. Dat is ook nu nog het geval. De laatste jaren zelfs zozeer dat ik een keer zijn allerbekendste (‘Blowing in the Wind’) pas halverwege kon plaatsen. Maar dat heeft ook te maken met zijn steeds gruiziger geworden stem.
Dat een sterrencast niet altijd een garantie is voor een goed resultaat, laat deze film zien. Het puikje van de Engelse tv- en filmwereld werkte aan ‘Allelujah’ mee: Judi Dench, Jennifer Saunders, Derek Jacobi, David Bradley, en ik zag nog een paar bekende gezichten voorbij komen. Toch werd ik nergens de film ingesleept.
Wat staat er in de kern van de meeste dorpen en steden? Een kerk en een kroeg natuurlijk. Wel, dat is precies wat Ad Vanderveen met de titel van zijn nieuwe album bedoelt. En hij nam er dat album ook op. In de kerk én in de kroeg.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.