Philip Norman waagde zich aan een biografie van Paul McCartney. Hij zegt in het begin een criticus geweest te zijn, maar dat Paul zo genereus was om voluit mee te werken aan deze levensbeschrijving. Maar zo kritisch blijkt Norman niet. Hier en daar sijpelt een mateloze bewondering tussen de zinnen het boek binnen.
In onze tijd is geloven minder dan ooit vanzelfsprekend. Sterker, religie wordt vaak gezien als een fenomeen uit een primitievere fase van de mensheid. De eis aan christenen om zichzelf te verantwoorden wordt dan ook steeds dwingender. Het zijn vooral literatoren die deze taak op zich nemen. Hans van Stralen schreef er een verrassend boek over. Hij laat zien hoe anders dat zij te werk gaan dan de apologeten in het begin van de kerkgeschiedenis.
Sam Phillips was de legendarische platenbaas van SUN-records. Hij ontdekte een schaar van artiesten: Elvis Presley, Johnny Cash, Carl Perkins, Jerry Lee Lewis, Roy Orbinson. Maar bovenal veranderde hij het landschap van de popmuziek ingrijpend. Zijn biografie kreeg van de schrijver zelfs de ondertitel ‘The Man Who Invented Rock ‘n’ Roll’ mee.
De christelijke traditie kan nog altijd relevant zijn voor vandaag. Maar dan moet zij de huidige cultuur en wetenschap wel serieus nemen, aldus de schrijvers van dit boek. Zij positioneren zich nadrukkelijk als vrijzinnige theologen. Al kiezen zij zelf het liefst voor het woord ‘liberaal’.
Filosofie en religie zijn lijken op gescheiden partners die elkaar sinds de liefde bekoelde met argwaan en wrok bekijken. De filosofie heeft inmiddels in onze tijd een nieuwe liefde gevonden: de neurowetenschappen. En de religie? Ach, zij heeft haar theologie nog. Maar die lijkt soms alleen nog maar te preken voor eigen parochie en zich te wentelen in het eigen gelijk.
De roman ‘Het tumult van de tijd’ vertelt het beklemmende levensverhaal van de Russische componist Sjostakovitsj. Het boek opent met een scene op het trapportaal van zijn appartement. Daar heeft de componist zich geposteerd omdat hij denkt elk moment opgepakt te kunnen worden. En hij wil niet dat zijn gezin getuige zal zijn van die arrestatie. Daarom heeft hij zijn koffer gepakt en zit alvast klaar.
Zijn de tien geboden nog van deze tijd? Nee, zeggen de schrijvers van dit boek al meteen in de inleiding. Maar dat blijkt soms nog mee te vallen. Want de Bijbelse voorschriften vormen wel een mooie aanleiding tot filosofische overwegingen. Beide schrijvers nemen om en om een gebod voor hun rekening en plaatsen daar het gedachtengoed van een filosoof naast.
‘Over de doden niets dan goeds,’ luidt het gezegde. Dat maakt een eerlijke bespreking van de laatste bundel poëzie van Joost Zwagerman ook wat ingewikkeld. Zoals bekend stierf Zwagerman een zelfgekozen dood. Uit het nieuws was al bekend dat er van zijn hand een bundel religieuze poëzie zou verschijnen. Die ligt inmiddels al een paar maanden in de winkel. Maar nu pas en na herlezing durfde ik een bespreking aan.
Amerika geeft in Afrika miljarden uit aan ontwikkelingssamenwerking, maar de Derde Wereld in eigen land wordt over het hoofd gezien – dat is een van de belangrijkste conclusies die Paul Theroux trekt na zijn reis door het diepe Zuiden van de VS.
‘Is het een cadeautje?’ vroeg de verkoopster. ‘Nee,’ zei ik, ‘het is voor mezelf.’ ‘Dan wens ik u veel sterkte, meneer. Hebt u een zakdoek bij de hand?’ Ik moest lachen om de droge toon waarop ze het zei.
Het eerste concert dat ik van Bob Dylan meemaakte was in 1978 in De Kuip. Toen al ‘vermaakte’ hij zijn songs, zodat je als concertbezoeker even nodig had om ze te herkennen. Dat is ook nu nog het geval. De laatste jaren zelfs zozeer dat ik een keer zijn allerbekendste (‘Blowing in the Wind’) pas halverwege kon plaatsen. Maar dat heeft ook te maken met zijn steeds gruiziger geworden stem.
Dat een sterrencast niet altijd een garantie is voor een goed resultaat, laat deze film zien. Het puikje van de Engelse tv- en filmwereld werkte aan ‘Allelujah’ mee: Judi Dench, Jennifer Saunders, Derek Jacobi, David Bradley, en ik zag nog een paar bekende gezichten voorbij komen. Toch werd ik nergens de film ingesleept.
Wat staat er in de kern van de meeste dorpen en steden? Een kerk en een kroeg natuurlijk. Wel, dat is precies wat Ad Vanderveen met de titel van zijn nieuwe album bedoelt. En hij nam er dat album ook op. In de kerk én in de kroeg.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.