Met '4.2.01' signeerde Harry Mulisch op de betreffende datum mijn exemplaar van zijn boek ‘Siegfried’. Veelbetekenend! De getallen in afnemende reeks vormen een strakke orde die zo kenmerkend was voor Mulisch. Toeval? Natuurlijk, want het was toevallige datum: 4 februari 2001. En toch, toeval bestond niet bij Mulisch.
Een hele roman over een avond stand-upcomedy – je moet het maar aandurven. De Israëlische schrijver David Grossman had het lef. In een zaaltje op een industrieterrein bij Tel Aviv treedt Dovele Grinstein op. Het is een vreemd optreden: hij krijgt het spaarzame publiek nauwelijks aan het lachen.
We zijn druk, druk, druk. Maar is dat alleen een verschijnsel van onze tijd? ‘Nee,’ zegt denker des vaderlands Marli Huijer in haar nieuwste boek ‘Ritme’. ‘Nieuwste’…nou ja, niet helemaal. Het boek verscheen al in 2011, maar zij herschreef het. Ze laat (opnieuw) zien dat het gevoel opgejaagd te worden mensen ook al in vroeger tijden parten speelde.
Roeta Tavori, lerares op een middelbare school, vertelt aan een onderzoekster de bizarre geschiedenis van haar familie. Die geschiedenis gaat terug tot het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw. Toen werd in de joodse nederzetting waar Roeta nog steeds woont, door haar grootvader Zeëv een moord gepleegd - een gebeurtenis die de levens van zijn kleinkinderen nog steeds beïnvloedt.
De Engels/Amerikaanse dichter W.H. Auden is in zijn leven en werk sterk beïnvloed door de kerkvader Augustinus. Maar nooit is er een diepgravende of systematisch studie naar gedaan. Dat ontdekte Stephen J. Schuler en schreef er dus zelf één. Een prestatie van formaat, want al is Schuler hoogleraar Engels, hij blijkt ook een groot kenner van het werk van de kerkvader.
Over Johnny Cash is al veel geschreven. Je zou zeggen: alles is dan al een keer gezegd. En toch blijkt met elke nieuwe biografie er weer iets nieuws boven tafel te komen. Zo ook in de laatste biografie, geschreven door Robert Hilburn.
Soms koop je een tijdschrift om dat ene artikel waarvan je denkt: dat moet en zal ik lezen. Dat tijdschrift heet in deze bespreking ‘Liter’. Bent u geen abonnee dan moet u het snel worden of op zijn minst het laatste nummer kopen. Waarom? Les Murray!
Ze hadden eigenlijk nooit in boekvorm gepubliceerd mogen worden - althans, als het aan de schrijver van de verhalen zelf had gelegen. Salinger had het namelijk ten strengste verboden. Hij was beroemd geworden met zijn 'The Catcher in the Rye' en was dus inmiddels een veelgelezen schrijver. 'Missie geslaagd,' zou je zeggen. Elke schrijver wil immers gelezen worden? Maar zo niet deze auteur.
Een visie op het christelijk geloof voorleggen aan hen voor wie het geen betekenis (meer) heeft – dat is wat Maarten Wisse zich tot doel heeft gesteld. Hij neemt de lezer daarvoor bij de hand voor een interessante tocht door het christelijk landschap.
Het zal u niet ontgaan zijn: na Maarten van Rosem, Youp van 't Hek en Linda de Mol heeft nu ook Jezus zijn glossy. Het is een vrolijk en speels blad geworden met ruimte voor lichtvoetigheid en diepgang. Daarom in deze rubriek bij uitzondering aandacht voor een tijdschrift.
Bijna honderd jaar geleden, tussen 1927 en 1929, nam gospelblues-zanger Washington Phillips achttien bijzondere liedjes op die de eeuw ruimschoots hebben overleefd. Spotify brengt er negen van opnieuw onder de aandacht.
Een man spoelt gewond aan op een eiland. Een vrouw vindt hem en verzorgt hem. Daar begint het conceptalbum van Christine Oele, beter bekend als VanWyck. Het album bestaat uit songs over de verhalen die de vrouw over haar eiland vertelt, maar in de songs mengen zich de herinneringen en koortsdromen van de man.
Radiojournalist Johnny interviewt kinderen over hun dromen en verwachtingen van de toekomst. Hij trekt van school naar school, van plaats naar plaats. Hij is alleen (gescheiden), maar als zijn zus Viv belt, verandert dat voor een tijdje. Haar man, die elders verblijft, heeft haar nodig: of Johnny op haar zoontje Jesse kan passen. Maar dat duurt langer dan gedacht.
Ik kende Dean Owens eerlijk gezegd niet, maar de kennismaking smaakte naar meer. Misschien ook wel omdat de uit Schotland afkomstige Owens John Convertino en Joey Burns, de mannen van de groep Calexico, in de arm heeft genomen. Dat resulteerde in een album dat zou kunnen doorgaan voor één van de genoemde band, maar dan met een derde lid.
‘Wat goed is, komt snel,’ wordt wel gezegd. Dat geldt zeker voor de Belgische singer-songwriter Meskerem Mees, amper 22 jaar, maar bij onze Zuiderburen al een tijdje een bekende naam. Met haar debuutalbum verovert zij nu de rest van de wereld. Ook ik werd gegrepen.