Het boek verscheen in 2012, maar nu pas las ik het – ook omdat er een goedkope editie op de markt gebracht werd (voor wie zoals ik al teveel aan boeken uitgeeft: wachten loont soms!). Er zijn al heel wat lovende recensies over geschreven, maar ik doe nog een duit in die zak: Oek de Jong schreef een prachtig boek.
Ida Gerhardt (1905 – 1997) geldt als een van Nederlands grootste dichteressen van de 20ste eeuw. Maar ze was bepaald niet de sympathiekste, en dat is een eufemisme. Ze kon lichtgeraakt zijn, afgunstig en ronduit arrogant. Deze schaduwzijden worden in de biografie die dit jaar verscheen niet verdonkeremaand.
Harry Kuitert is al jaren de luis in de pels van de kerk. Dat maakt hem bij velen geliefd, bij anderen juist niet. Dat hij er in de loop der jaren niet milder op is geworden, toont zijn nieuwste boek. Kuitert is inmiddels 90 jaar (!), maar hij is een onverminderd scherp waarnemer waar het de negatieve kanten van de kerk betreft.
In veel Pinksterkerken en evangelische gemeenten is het inmiddels een bekend woord: bevrijdingspastoraat. Maar ook in de mainstream-kerken groeit kennelijk de belangstelling voor deze vorm van pastorale hulpverlening. Dat is althans de conclusie die ik trek uit het verschijnen namens de Protestantse Kerk in Nederland van een handreiking met betrekking tot het bieden van bevrijdingspastoraat.
Uitgeverij L.J. Veen bracht onlangs een aantal literaire klassiekers op de markt die in vertaling al lange tijd niet meer te krijgen waren. Daaronder het imposante werk van de Amerikaanse schrijver John Steinbeck over de trek in de jaren dertig van arme landarbeiders vanuit Oklahoma naar het welvarende Californië.
Joost Zwagerman is behalve een groot liefhebber ook een groot kenner van de Amerikaanse cultuur. Het wekt dan ook geen verbazing dat, toen Zwagerman vijftig werd en zijn uitgeverij hem ter gelegenheid daarvan de aanbieding deed een keuze uit zijn werk te mogen bundelen, de schrijver koos voor een selectie essays en artikelen die alle gaan over Amerika. ‘Omzwervingen in de Amerikaanse cultuur’ kregen ze als ondertitel mee.
We worden alom voor gewaarschuwd voor het verlies van privacy. Grote boosdoener is het internet. Het wereldwijde web zou zich steeds nauwer om ons heen sluiten. Er zijn steeds meer persoonlijke gegevens te vinden. En het internet is een onuitwisbaar collectief geheugen: eens geschreven blijft geschreven, en eenmaal geuploade foto’s of filmpjes zijn niet meer te verwijderen.
'Dat de smaak van de zuster het geluidsbehang op de meeste verpleegafdelingen bepaalt, volgt onmiddellijk uit de omstandigheid dat je daar nooit maar dan ook nooit kerkmuziek hoort – een muzieksoort die voor vele bewoners een dierbare, zeg maar gerust koesterende herinnering betekent.’
Soms word je op het spoor gebracht van boeken die al langer geleden verschenen, maar waarvan het belang je ontging. Zo las ik in ‘Americana’ van Joost Zwagerman over Douglas Coupland. Zwagerman prees met name diens boek ‘Life After God’ (1994), en nieuwsgierig geworden bestelde ik het meteen. Ik werd niet teleurgesteld.
De folkmuziek blijft een onuitputtelijke bron. Als iemand dat weet is het Rufus Wainwright wel. Hij werd geboren in misschien wel de meest muzikale familie van Noord-Amerika. Zijn vader, moeder, zus en tante hebben allemaal verdienstelijke sporen getrokken in de muziek. Hoewel Rufus zelf muzikaal eigen wegen koos, kreeg hij de liefde voor folkmuziek van huis uit mee. Hij weet dus dat er wat te halen valt.
Singer-songwriter Iris DeMent overvoert de markt bepaald niet met albums. Haar laatste studiowerk dateert alweer van acht jaar geleden. Maar ze noemt zich dan ook niet een songWRITER maar songWAITER. Het is vaak wachten. Maar haar laatste album maakte het wachten de moeite waard.
Het eerste concert dat ik van Bob Dylan meemaakte was in 1978 in De Kuip. Toen al ‘vermaakte’ hij zijn songs, zodat je als concertbezoeker even nodig had om ze te herkennen. Dat is ook nu nog het geval. De laatste jaren zelfs zozeer dat ik een keer zijn allerbekendste (‘Blowing in the Wind’) pas halverwege kon plaatsen. Maar dat heeft ook te maken met zijn steeds gruiziger geworden stem.
Dat een sterrencast niet altijd een garantie is voor een goed resultaat, laat deze film zien. Het puikje van de Engelse tv- en filmwereld werkte aan ‘Allelujah’ mee: Judi Dench, Jennifer Saunders, Derek Jacobi, David Bradley, en ik zag nog een paar bekende gezichten voorbij komen. Toch werd ik nergens de film ingesleept.
Wat staat er in de kern van de meeste dorpen en steden? Een kerk en een kroeg natuurlijk. Wel, dat is precies wat Ad Vanderveen met de titel van zijn nieuwe album bedoelt. En hij nam er dat album ook op. In de kerk én in de kroeg.