Het is de negentiende eeuw. Jannetje van Veldhuizen is dienstmeid bij een predikant in Fijnaart. Aan de andere kant van het land, in het Groningse Bierum, woont de weduwe Bouwke Stuivinga. Ze zijn de hoofdpersonen van een indrukwekkende familiegeschiedenis. Hoe hun paden zich zullen kruisen, vormt de verhaallijn van dit boek.
Het moderne leven is ongevoelig geworden voor het niet te bevatten mysterie van ons bestaan – ziedaar de grondtoon van het boek van Jan Warndorff. Een religieuze grondtoon, zou je misschien zeggen. Maar het is geen religieus boek. Warndorff richt zijn pijlen op het westerse, zich superieur achtende denken dat óók gevoed werd door het christendom. Al is daarmee niet alles over religie of spiritualiteit gezegd.
‘Toen ze naar me keek bliksemde haat in haar ogen door het lokaal’. Arturo Bandini is een beginnend schrijver als hij in een café serveerster Camilla ontmoet. Ze krijgen een haat-liefde-verhouding waarbij aantrekken en afstoten elkaar afwisselen. Het is het verhaal van een duizelingwekkende klassieker die John Fante al in 1939 schreef. Nu voor een habbekrats te koop.
Elke keer als Kim Putters voor de TV verschijnt, veer ik op. Hij heeft altijd iets zinnigs te melden. Putters was tot voor kort directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Bij wijze van afscheid schreef hij een boek met als ondertitel: Over de noodzaak van een verhaal voor onze samenleving. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid nog eens extra.
Ik heb schaamte altijd gekoppeld aan dingen die je zelf hebt gedaan maar die je liever verborgen houdt in de kelders van je leven. Maar de joodse psychiater Louis Tas (1920-2011) verbond schaamte ook met wat ánderen jou hebben aangedaan. In zijn geval: de verschrikkingen van de Holocaust. Zijn dochter Shula heeft op haar manier ook met dezelfde soort schaamte te strijden en schreef er een prachtig boek over.
De Afro-Amerikaanse literatuur staat inmiddels wel op de Nederlandse kaart. Veel minder is het gesteld met de literaire werken van Native-Americans. Die hebben weliswaar minder vertegenwoordigers, maar toch kent de VS inmiddels iemand van statuur uit deze cultuur: Louise Erdrich. Ze schreef het magistrale ‘De nachtwaker’, een roman die de lezer midden in een gemeenschap van Chippewa-indianen plaatst.
Willem Jan Otten is verknocht aan de mis. Sinds zijn late doop in 1999 bezoekt hij haar wekelijks – eerst in Naarden, later in Amsterdam. ‘Bezoekt’ schrijf ik, maar tijdens de coronacrisis moest dat ‘bezocht’ worden: de kerken werden voor bezoekers gesloten. Otten moest de mis missen. Maar hij maakte van de nood een deugd. Die deugd leverde een prachtige boek op.
Peter Sloterdijk geldt als een auteur van ingewikkelde boeken. Maar die ervaring deel ik niet na het lezen van dit boek. Sloterdijk is ook omstreden: laatst verschenen verdachtmakingen dat zijn gedachtengoed binnen de AfD, de Duitse rechts-populistische politieke partij, kan worden gebruikt. Ook daarvan vond ik geen aanleiding in zijn laatst verschenen boek over religie. Hoewel? Daarover zo meteen toch iets.
Gerard Strobrand is zestig en single. Hij woont in het dorpje ’s Heerenhoek in Zeeland. Maar hij ontvlucht zijn huis vaak om middagen door te brengen bij Van der Valk in Middelburg. Daar eet hij wat, drinkt een glas wijn en kijkt naar de mensen binnen en de vogels buiten.
Het eerste gedicht dat ik van de Israëlische dichter Yehuda Amichai las, was ‘De diameter van de bom’ dat stond in een bundel van dichters voor Amnesty International (2005). Ik wist meteen dat ik zijn naam moest onthouden. In het afgelopen jaar verscheen het eerste deel van vertalingen van zijn gedichten. Ik kan niet wachten op het tweede.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.
De serie van Bob Dylan's bootlegs die platenmaatschappij Columbia al jaren uitbrengt, kent inmiddels een hoge status. Aan die serie is nu een bijzonder album toegevoegd: opnames van de sessies van ‘Time Out Of Mind’, uitgerekend het album dat het Dylan-vuur weer in mij deed ontbranden.
Jeb Loy Nichols heeft een aantal jaren geleden Amerika verruild voor Engeland. Aanvankelijk koos hij Londen als woonplaats, maar na een aantal jaren zocht hij rust op het platteland van Wales. Daar leeft hij nu zeer eenvoudig. Zijn nieuwste album is er de weerslag van.
Nooit geweten dat Cohen’s succesnummer ‘Halleluja’ in de vertolking door andere artiesten bekend is geworden. Maar ik had het kunnen weten: ik leerde het nummer zelf via de cd ‘Grace’ van de betreurde Jeff Buckley kennen. Daarvóór had John Cale het al gezongen. Nog een wonder dat deze laatste het nummer ontdekte, want de platenbaas van Cohen had het afgekeurd.