Nooit geweten dat Cohen’s succesnummer ‘Halleluja’ in de vertolking door andere artiesten bekend is geworden. Maar ik had het kunnen weten: ik leerde het nummer zelf via de cd ‘Grace’ van de betreurde Jeff Buckley kennen. Daarvóór had John Cale het al gezongen. Nog een wonder dat deze laatste het nummer ontdekte, want de platenbaas van Cohen had het afgekeurd.
Het wereldberoemde boek van Erich Maria Remarque is voor de derde maal verfilmd, dit keer door Netflix. De film toont de wreedheid van oorlog in alle openheid. Ik ben blij dat ik hem overdag bekeek (voordeel van de pensionado), want nu kon ik de rest van de dag bijkomen van alle geweld en werd de nachtrust niet al te zeer verstoord. Want wat een huiveringwekkende film.
Netflix staat meestal garant voor interessante films. Toen de aangekondigde film over Marilyn Monroe op de streamingsdienst verscheen, keek ik meteen. Maar laat ik met de deur in huis vallen: ‘Blonde’ vond ik ondanks de hoge verwachtingen en het hoog aantal sterren in veel recensies een teleurstellende film. Na afloop (ik heb in het begin waarschijnlijk iets gemist) bleek dat de film is gebaseerd op een roman. Maar dan had Marilyn Monroe een betere roman én film verdiend.
Als liefhebber van Elvis moest ik natuurlijk meteen de met veel toeters en bellen aangekondigde film zien. Maar zou het niet te lang duren? Meer dan tweeëneenhalf uur – dat is een hele zit en ik houd niet zo van films die dan al snel te langdradig worden. Maar het bleek óm te vliegen. Meeslepend en betoverend zijn voor mij de sleutelwoorden.
Radiojournalist Johnny interviewt kinderen over hun dromen en verwachtingen van de toekomst. Hij trekt van school naar school, van plaats naar plaats. Hij is alleen (gescheiden), maar als zijn zus Viv belt, verandert dat voor een tijdje. Haar man, die elders verblijft, heeft haar nodig: of Johnny op haar zoontje Jesse kan passen. Maar dat duurt langer dan gedacht.
Het is 1925. De beide vrijgezelle broers Phil and George Burbank hebben samen een veebedrijf in Montana. Het zijn uiteenlopende persoonlijkheden. George is zachtaardig, Phil hard. Als zij op een dag hun kudde naar elders drijven, ontmoeten zij in de eetgelegenheid die zij uitbaat de weduwe Rose. Dat is het begin van veel ellende.
Hier in huis werd destijds altijd een beetje lacherig gedaan over Bob Ross, de vermaarde schilder die in pakweg 25 minuten een schilderij maakte en commentaar gaf met zijn fluisterende stem. Altijd weer die ‘happy trees’, bergen en watervallen: wat een nep! Maar ik heb mijn beeld toch wat bij moeten stellen. De docu op Netflix deed mij hem beter verstaan.
Er zijn al veel lovende woorden geschreven over ‘The Father’. En inderdaad, het is een document humain over de diepe tragedie van de dement wordende mens en zijn omgeving. Maar ik was nog het meest onder de indruk van een ogenschijnlijk detail.
Al eerder schitterde Frances McDormand in ‘Fargo’ en ‘Three Billboards Outside Ebbing, Missouri’, maar in ‘Nomadland’ speelt zij minstens een vergelijkbare glansrol. Ze is Fern, weduwe in een stadje waar de mijn gesloten is en het dorp wordt opgeheven. Ze kiest voor een nomadenbestaan in een aftands busje.
Er zijn al veel lovende woorden over de eerste twee seizoenen van deze Netflix-serie geschreven. Daarom werd uitgekeken naar het derde. We werden niet teleurgesteld. Wat een heerlijk breekbare mensen zijn het, de leden van de joods-orthodoxe familie Shtisel! Al roepen ze behalve mededogen soms ook wel irritatie op.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Gerbrand Bakker is een gevestigde naam in literair Nederland. Ik kwam al veel lovende besprekingen van zijn werk tegen. Zelf las ik hem nog nooit (afgezien van zijn columns in Trouw). Zijn nieuwste boek nodigt mij uit zijn eerdere werk met terugwerkende kracht te verkennen.
In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuw verschenen boek dus, maar wel de moeite meer dan waard.
Wie vertrouwd is met het dichtwerk van Toon Tellegen, kan zonder zijn naam te zien een nieuw gedicht herkennen. Het heeft een eigen, niet met andermans werk te verwarren stijl. In ‘Langs een helling’ treffen we weer het beproefde procedé aan, maar tegelijk is het ook anders: Tellegen wordt ouder en dat merken we.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.