Als de tv-recensenten van Trouw me er niet op hadden gewezen, had ik de Franse serie 'Dix pour cent' waarschijnlijk niet ontdekt. Nergens anders kwam ik de naam tegen. En dan: Franse series? Maar ik ging kijken en werd steeds enthousiaster.
Netflix grossiert niet alleen in series, maar ook in goede films. Een voorbeeld daarvan is The Dig. Geen wereldschokkende film, maar gewoon een goed onderhoudend stuk werk met een mooi verhaal. En nog waargebeurd ook.
In deze tijden zit op bioscoopbezoek ook een flinke rem. Gelukkig hebben we Netflix nog. De streamingsdienst zorgt niet alleen voor een nooit opdrogende stroom series, maar produceert ook films die er mogen zijn. Dit is er zo één. Een prachtig sociaal drama.
Nu eens een keer géén lovende bespreking, maar iets waar we allemaal, denk ik, weleens tegenaan lopen: het tegendeel van ‘binge watching’ – het NIET afkijken van een film of serie op tv, Netflix of HBO. In mijn geval: bij een overdosis geweld.
Rockgroep ‘The Band’ heeft een legendarische status. Dat blijkt nog maar weer eens uit de documentaire die als bioscoopfilm werd uitgebracht. De docu vertelt over groei, bloei en verzinken van de band. Niet met een neutraal oog trouwens. De film laat ons kijken met de blik van Robbie Robertson, gitarist en belangrijkste songwriter van de groep.
De serie is al wat langer te zien op Netflix. Maar ik bekeek hem pas onlangs na lezing van Joan Didion’s beroemde essay ‘Sentimental Yourney’, onlangs vertaald verschenen in de bundel ‘De verhalen die we onszelf vertellen’. Daarover zo meer. Maar eerst iets over de gebeurtenissen waarover essay en serie gaan.
Pat Henschel en Terry Donahue, twee vrouwen die al decennialang samenwonen, deden zich altijd voor als vriendinnen of kamergenoten. In werkelijkheid werden ze al in 1947 verliefd op elkaar. Ze moesten hun liefdesrelatie al die tijd geheim houden. Maar op hoge leeftijd kwamen ze uit de kast. De indrukwekkende Netflix-documentaire toont hun leven en hun weg naar de vrijheid.
Een film over de Eerste Wereldoorlog komt twee jaar te laat, zou je kunnen zeggen. In 2018 herdachten we namelijk dat het 100 jaar geleden was dat deze gruwelijke oorlog eindigde. Uit marketingoverwegingen was het uitgekookter geweest de film toen uit te brengen. Maar ‘1917’ laat zien dat de fascinatie voor W.O.I nog lang zal bestaan.
Ik keek er al naar uit, want het eerste seizoen smaakte naar meer. De Netflix-serie The Kominsky Method is een heerlijk lichtvoetige comedy over ouder worden. Met in de hoofdrol steracteur Michael Douglas. Hij draagt de serie met een overtuigende zelfspot.
‘Peakey Blinders’ is een mateloos populaire Netflix-serie. Er zijn kledinglijnen, gebaseerd op de serie. En in Birmingham, de stad waar de serie speelt, komen meer toeristen dan ooit. Er is nu een vijfde seizoen. Het zal niet het laatste zijn, zo blijkt uit het open einde. En gelukkig maar. Want het smaakt naar meer. Al is - het moet gezegd - het geweld soms buitensporig. Het is maar dat je het weet.
Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Gerbrand Bakker is een gevestigde naam in literair Nederland. Ik kwam al veel lovende besprekingen van zijn werk tegen. Zelf las ik hem nog nooit (afgezien van zijn columns in Trouw). Zijn nieuwste boek nodigt mij uit zijn eerdere werk met terugwerkende kracht te verkennen.
In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuw verschenen boek dus, maar wel de moeite meer dan waard.
Wie vertrouwd is met het dichtwerk van Toon Tellegen, kan zonder zijn naam te zien een nieuw gedicht herkennen. Het heeft een eigen, niet met andermans werk te verwarren stijl. In ‘Langs een helling’ treffen we weer het beproefde procedé aan, maar tegelijk is het ook anders: Tellegen wordt ouder en dat merken we.
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.