Wim Bevelander is een bekende naam in kerkelijk Nederland. Sinds jaar en dag wordt hij gevraagd om in kerkdiensten te spreken en te zingen. Wim is dan ook van vele markten thuis. Dit jaar zit hij 40 jaar in het vak. En dat werd gevierd, ook met een nieuw album.
Mijn Noors is niet al te best maar in ‘Vaer sterk, min sjel’ zie ik nog wel de woorden ‘Wees sterk, mijn ziel’. Een religieus lied, zo schatte ik in. Maar kan dat wel kloppen: op een jazz album? Het bleek te kloppen. En het is niet het eerste kerkelijk gezang dat het Tord Gustavsen Trio bewerkt. Al blijft het wel een uitzondering. Maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt.
Andrew Bird heeft al een indrukwekkende staat van dienst, zo merkte ik. Ja, ‘merkte ik’, want ik moet bekennen dat ik zijn werk nauwelijks kende. Na zijn nieuwste album beluisterde ik ook vorige albums en hoorde dat hij al lange tijd vele registers bespeelt: een mix van folk, jazz, pop en Arabische klanken. Zo ook op dit album.
Muziek als een open wond – dat klinkt niet aantrekkelijk. Nog minder wanneer je weet dat muziek hier slechts achtergrond is van gesproken woord. Toch kom ik superlatieven tekort om het album ‘Seven Psalms’ van Nick Cave te duiden. Ik doe een poging: deze psalmen horen bij het Derde Testament.
Bij het grote publiek is Bruce Hornsby misschien nog bekend van zijn pophit ‘The Way It Is’ uit 1986. Maar dat de man sindsdien een duizelingwekkende muzikale ontwikkeling heeft doorgemaakt, heeft zich onttrokken aan de blik van de doodsnee muziekliefhebber. Die ontwikkeling culmineerde in een drietal albums waarvan zijn net verschenen ‘’Flicted’ een prachtig sluitstuk is.
Bijna honderd jaar geleden, tussen 1927 en 1929, nam gospelblues-zanger Washington Phillips achttien bijzondere liedjes op die de eeuw ruimschoots hebben overleefd. Spotify brengt er negen van opnieuw onder de aandacht.
Een man spoelt gewond aan op een eiland. Een vrouw vindt hem en verzorgt hem. Daar begint het conceptalbum van Christine Oele, beter bekend als VanWyck. Het album bestaat uit songs over de verhalen die de vrouw over haar eiland vertelt, maar in de songs mengen zich de herinneringen en koortsdromen van de man.
Ik kende Dean Owens eerlijk gezegd niet, maar de kennismaking smaakte naar meer. Misschien ook wel omdat de uit Schotland afkomstige Owens John Convertino en Joey Burns, de mannen van de groep Calexico, in de arm heeft genomen. Dat resulteerde in een album dat zou kunnen doorgaan voor één van de genoemde band, maar dan met een derde lid.
‘Wat goed is, komt snel,’ wordt wel gezegd. Dat geldt zeker voor de Belgische singer-songwriter Meskerem Mees, amper 22 jaar, maar bij onze Zuiderburen al een tijdje een bekende naam. Met haar debuutalbum verovert zij nu de rest van de wereld. Ook ik werd gegrepen.
Het is niet de eerste keer dat Cat Power (echte naam: Chan Marshall) een album met covers aflevert. Al twee eerder wisselde zij eigen werk af met dat van anderen. Maar dat is bepaald geen zwaktebod om gebrek aan inspiratie te maskeren: ze eigent zich de nummers van anderen zo toe dat het ook haar nummers worden. Zo ook op dit album.
Tijdens de coronacrisis schreef Willem Jan Otten in het Katholiek Nieuwsblad elke week over de Schriftlezingen die die zondag op het rooster stonden. ‘Zondagmorgen’ heet het boek waarin zijn overdenkingen werden gebundeld. Maar na die cyclus schreef hij door. Niet aan Bijbellezingen, maar aan hoe Christus ‘werkt’ in mensen.
Voor wie wegens ruimtegebrek boeken de deur uit gaat doen: pas op! gooi niet teveel weg. Ik deed dat wel. De serie ‘Het verhaal gaat’ bijvoorbeeld. De onnavolgbare verteller Nico ter Linden (hij overleed in 2018) schreef zes delen. En ik maakte er gretig gebruik van. Tot ze naar de kringloop gingen. Maar gelukkig: er is een oplossing.
Beeldend kunstenaar en schrijver Miek Zwamborn woont samen met haar partner Rutger Emmelkamp (R. zoals hij in dit boek wordt aangeduid, is ook kunstenaar) op het Schotse eiland Mull. Ze doet op veelkleurige en veelvormige wijze verslag van haar ervaringen als eilandbewoonster.
‘Je hoeft maar drie regels te lezen uit met name zijn latere werk en je weet: dat is Reve. Veel mensen zien dat als een teken van kracht, ik zie het eerder als een zwakte.’ Aldus Arnon Grunberg in zijn nieuwste essaybundel. Laat dat nu uitgerekend de reden zijn waarom ik – al vanaf ‘Blauwe maandagen’ en ‘De troost van slapstick’ - de fictie van Grunberg zelf minder waardeer dan zijn essays: ik mis een eigen vertelstem.
Dat een sterrencast niet altijd een garantie is voor een goed resultaat, laat deze film zien. Het puikje van de Engelse tv- en filmwereld werkte aan ‘Allelujah’ mee: Judi Dench, Jennifer Saunders, Derek Jacobi, David Bradley, en ik zag nog een paar bekende gezichten voorbij komen. Toch werd ik nergens de film ingesleept.