Wat moet er nog gezegd worden over het nieuwste album van Bob Dylan? Meteen al bij verschijnen brak er een dam door van uitermate lovende recensies. ‘Dylan at his lyrical best’ (The Guardian). ‘Bob Dylan Still Bristles on ‘Rough and Rowdy Ways’’ (The New York Times). ‘Precies de juiste plaat voor dit moment’ (Het Parool). ‘De nieuwe Bob Dylan is een traag, woordrijk en verslavend meesterwerk’ (NRC).
Al meteen vanaf de eerste seconden is het duidelijk: dit wordt een rockalbum. Stevig en pakkend gitaarwerk van Stuart Mathis en Williams zelf bepalen de toon. Ze is van vele markten thuis, Lucinda. Lag de nadruk in haar werk lange tijd op folk en country, haar muziek is in de loop der tijd wat ruiger geworden. Maar of het altijd beter wordt? Ik twijfel.
Ik ben natuurlijk bevooroordeeld, ik geef het onmiddellijk toe. Als fan van de meest interessante band van Nederland was ik er natuurlijk als de kippen bij om dit eerste soloalbum van Rowwen Hezes leadzanger Jack Poels te proeven. En ik werd niet teleurgesteld. Wat een prachtige songs!
Toegegeven: ik schafte het album aan omdat het een tip was van muziekmagazine ‘Heaven’. Maar eerlijk gezegd viel hij mij aanvankelijk tegen. Toch blijkt de aanschaf van een album ook in zo’n geval een meerwaarde te hebben. Ik bleef hem draaien. Je hebt er tenslotte wat voor betaald.
Het nieuwste album van de 76-jarige Bill Fay wordt alom bejubeld. Maar na luisteren en opnieuw beluisteren houd ik zelf toch wat twijfels. Ik hoor wel de uiterst kwetsbare muziek en daar houd ik normaal erg van, maar dit album pakt me maar af en toe.
Jakub Zytecki – ik had nog nooit van hem gehoord, maar ik kwam zijn naam tegen in een blad voor gitaristen. En omdat ik elk jaar op deze plek minstens één keer een virtuoos gitarist wil bespreken, ging ik op zoek naar een album van hem. Niet te krijgen in Nederland. Dan maar een keer alleen Spotify. Het bleek de moeite waard.
Van de Bootleg Series van Bob Dylan is inmiddels het vijftiende deel verschenen. Een melkkoetje? Misschien. Doorgewinterde fans van Dylan kopen alles van hem. Maar er zitten juweeltjes bij. Zoals deze. Maar ik ben bevooroordeeld.
Joe Henry maakte begin dit jaar bekend dat hij ziek is. Hij werd getroffen door een ernstige vorm van prostaatkanker. Het kan niet anders of je hoort dat terug op zijn nieuwste album. Al snijdt hij die weg in de bijgeleidende tekst zelf liever af: ‘Where a song comes from is not what a song is’.
T. Bone Burnett is een eigenzinnig man. Hij is een veel gevraagd producer, die albums net dat beetje meer weet te geven. Zo was hij onlangs betrokken bij de laatste cd van Ilse DeLange. Het werd een van haar beste. Maar Burnett maak ook zelf albums. Daarop kleurt hij graag buiten de lijntjes. Maar op zijn nieuwste werk gaat hij daarbij wel erg ver.
Wat hebben Bonhoeffer en popmuziek met elkaar te maken? Niets, zou je zeggen. Het zou zelfs kunnen vloeken. En toch werden ze geslaagd bij elkaar gebracht door de ‘Sunshine Cleaners’, een Nederlandse groep, die de gevangenisgedichten van Bonhoeffer hertaalden en op (folk/americana-)muziek hebben gezet.
Als liefhebber van Elvis moest ik natuurlijk meteen de met veel toeters en bellen aangekondigde film zien. Maar zou het niet te lang duren? Meer dan tweeëneenhalf uur – dat is een hele zit en ik houd niet zo van films die dan al snel te langdradig worden. Maar het bleek óm te vliegen. Meeslepend en betoverend zijn voor mij de sleutelwoorden.
Elke keer als Kim Putters voor de TV verschijnt, veer ik op. Hij heeft altijd iets zinnigs te melden. Putters was tot voor kort directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Bij wijze van afscheid schreef hij een boek met als ondertitel: Over de noodzaak van een verhaal voor onze samenleving. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid nog eens extra.
Ik heb schaamte altijd gekoppeld aan dingen die je zelf hebt gedaan maar die je liever verborgen houdt in de kelders van je leven. Maar de joodse psychiater Louis Tas (1920-2011) verbond schaamte ook met wat ánderen jou hebben aangedaan. In zijn geval: de verschrikkingen van de Holocaust. Zijn dochter Shula heeft op haar manier ook met dezelfde soort schaamte te strijden en schreef er een prachtig boek over.
Radiojournalist Johnny interviewt kinderen over hun dromen en verwachtingen van de toekomst. Hij trekt van school naar school, van plaats naar plaats. Hij is alleen (gescheiden), maar als zijn zus Viv belt, verandert dat voor een tijdje. Haar man, die elders verblijft, heeft haar nodig: of Johnny op haar zoontje Jesse kan passen. Maar dat duurt langer dan gedacht.
De Afro-Amerikaanse literatuur staat inmiddels wel op de Nederlandse kaart. Veel minder is het gesteld met de literaire werken van Native-Americans. Die hebben weliswaar minder vertegenwoordigers, maar toch kent de VS inmiddels iemand van statuur uit deze cultuur: Louise Erdrich. Ze schreef het magistrale ‘De nachtwaker’, een roman die de lezer midden in een gemeenschap van Chippewa-indianen plaatst.