We mogen weer mensen toelaten in kerkdiensten. Wel met een maximum - in onze kerk maar zeventig (normaal zeker 250). Maar dat halen we (nog) niet. In veel andere kerken is hetzelfde patroon te zien. Wat steekt er achter? Zijn de mensen nog huiverig voor besmetting? Is de loop er uit? Is de livestream een gemakkelijk alternatief geworden? Of is de noodzaak om een plekje online te reserveren een te hoge drempel?
De tijd zal het leren. Maar even vanuit de voorganger gezien: ik moet er aan wennen. In maart moest ik wennen aan een lege kerk. Ik had alleen het zwarte oog van de camera om me op te richten. Ik hervond wel mijn evenwicht, maar ik was blij toen we ook weer wat gezichten in de kerk mochten verwelkomen. Het communiceert beter dan met alleen een camera. Maar toch voelt het schamel aan.
Is het omdat er nog niet gezongen kan worden? Of is het omdat het hoopje mensen dat verspreid tussen lege gaten zit er louter als toeschouwer/hoorder bij moet zitten? Zo moet het ook aanvoelen in de voetbalstadions: beschaafd geklap bij een doelpunt en verder de rem erop. Er moet voortdurend iets onderdrukt worden.
Meer dan ooit voel je dat een kerkdienst een ritueel is dat collectief voltrokken moet worden. Maar het kan niet. Voor mij is het alsof je een luchtballon wilt opblazen, maar er zit ergens een gat in. Je blaast en blaast, maar er stijgt niets op. Zal ik ook hier aan wennen? Of zal de toekomst om een ander kerk-zijn vragen?
‘Ik wil gewoon niet belemmerd worden’ – ik tekende het op uit de mond van een jonge vrouw. Het ging over de mondkapjesregeling in Rotterdam. Het journaal hield een paar straatinterviews: wat de mensen ervan vonden? De vrouw zou zich er niet aan houden, meldde ze geharnast.
Diederik Gommers gisteren nog gezien bij Jinek? Ik wou dat ik iets van die man had. De hele dag had ik me al opgewonden over die rare actie van influencers onder de hastag #ikdoenietmeermee. Bij Jinek zat ook Famke Louise, een van die influencers. Gommers ging met grote wijsheid met haar in gesprek.