Gisterenavond riep Diederik Gommers de regering op om maandag de mensen in de zorg al te gaan vaccineren. Het klonk als een noodkreet. En begrijpelijk, want nu al moet er dringende reguliere zorg worden uitgesteld. Code zwart ligt op de loer.
Vanmorgen meldde het nieuws dat Jaap van Dissel verwacht dat de strenge maatregelen waarschijnlijk tot februari zullen gaan duren. En hij is van mening dat er in het vervolg éérder hard moet worden ingegrepen. ‘Komt ie nu mee,’ dacht ik ietwat cynisch.
Mijn stemming werd er niet beter op toen ik vervolgens in Trouw een interview las met Alex Brenninkmeijer, voormalig ombudsman en nu hoogleraar staatsrecht. In zijn ogen is de toeslagenaffaire geen incident, maar een symptoom van politiek en rechterlijk systeem dat faalt. De rechtsstaat wordt uitgehold. Zijn woorden maakten iets in mij wakker dat al sluimerde.
Het is oudjaar 2020. En ik voel me wat somber. We hebben een coronajaar achter de rug. En volgend jaar? Nederland gaat als een van de laatste landen vaccineren. ‘Omdat de zorgvuldigheid dat vereist,’ liet Hugo de Jonge weten. Alsof de rest roekeloos is. Ik bespeur bij mezelf een twijfel aan zijn woorden, maar tegelijk erger ik me aan mijn eigen twijfel.
Ik ben van nature geneigd de sombere kant die ik heb, moed in te spreken en op te peppen. Ik heb er om zo te zeggen mijn vak van gemaakt. Doorgaans lukt het me goed. Hoop doet leven. Maar je kunt ook een ‘hoop-machine’ worden. Ik merk het ook bij veel collega’s. Altijd optimistisch. Altijd goed nieuws. Alsof we het aan ons vak verplicht zijn. Maar mij lukt het deze dagen net effe wat minder. Er vecht iets in mij.
Ik lees vandaag een gedicht van Czeslaw Milosz. Het eindigt met de juiste regel: ‘Wilde ik maar niet-in-strijd zijn. Maar nee.’
We hebben zo’n vier weken geleden een kleinzoon gekregen: Jonathan Elias. Man, man, wat zijn we gelukkig! Er was voor ons echter één probleem: onze dochter en haar man wonen in de regio van Hannover. En Duitsland zit dicht. We moesten het dus doen met foto’s en videochatten.