Voor velen heeft de coronacrisis grote gevolgen (gehad?). Denk aan de horeca en de cultuursector. Maar ook aan de jongeren, van wie steeds meer duidelijk wordt dat zij psychisch en sociaal op achterstand zijn gezet. Maar ook kerken dragen de gevolgen. Al lijken die ‘klein bier’ in vergelijking met de enorme frustraties van anderen, ze zijn er wel.
Tot september vorig jaar was ik wijkpredikant. Ik zag in de anderhalf jaar daarvoor de sociale functie van de kerkdienst verkruimelen. De kerkdienst gold voor velen als een zaak van eenrichtingverkeer (‘de dominee doet alles, de gemeente moet luisteren’), maar we merkten ineens hoezeer de eredienst een collectief voltrokken ritueel is. Je voelde het toen de kerk moest worden omgebouwd tot een studio waar het kille zwarte oog van de camera het richtpunt werd en de kerkganger een kijker naar zijn TV of tablet. Weg ook het praatje voor en na de dienst. Wat werd het gemist!
Nu sta ik aan de andere kant: ik kan weer meer gewoon kerklid zijn. Maar ook van die kant merk ik de gevolgen. We zijn verhuisd en hebben na wat livestream-grasduinen een paar maanden geleden een geloofsgemeenschap gevonden waarin we denken te passen. Maar: we konden er nog maar een enkele keer heen! Corona. Dan merk je ineens hoe lastig, zo niet onmogelijk het is om ‘erin te komen’, letterlijk en figuurlijk. We zijn nog geen deel van een geheel. We kennen nog bijna niemand.
Iets dergelijks geldt natuurlijk ook voor collega’s die middenin de coronacrisis van standplaats zijn veranderd. Je wordt geremd en gefrustreerd in je pogingen een gemeente goed te leren kennen en de schouders eronder te gaan zetten. Je zit onder een glazen stolp: je ziet de mogelijkheden, je wilt er op af, maar het kan niet. Ik ken predikanten die vanwege de pandemie geen nieuwe gemeente aandurven.
‘Klein bier’, ik zei het al, maar niet zonder gevolgen. De kerk is al kwetsbaar. Hoe zal ze er na de crisis uitzien? Zal ze zich herstellen? Of is bij veel mensen de gang eruit? Toch heb ik vertrouwen in de creativiteit van geloofsgemeenschappen. Ik merk het aan de drang om er weer wat van te gaan maken nu er hoop gloort. Ook wij gaan zondag weer. De aanhouder….
Woensdag gedichtdag. In deze laatste week van januari een gedicht van R.S. Thomas. Het gaat niet alleen over januari, maar ook over alle maanden die nog komen. Thomas was dichter-dominee in Wales. Hij is veel minder bekend dat zijn naamgenoot Dylan Thomas, maar gooide ooit hoge ogen voor de Nobelprijs.
Wie weet nog wat hij vorige week deed, at of wat er precies in het nieuws was? Je moet soms diep nadenken. Maar foto’s, agenda’s, kranten, gedichten kunnen bepaalde dagen bevriezen in blijvende beelden en woorden. Dat geldt ook voor deze schijnbaar willekeurige dag in februari, vandaag 54 jaar geleden. De Amerikaanse schrijver-boer Wendell Berry zette hem vast in een kort gedicht.