In deze koude en gure maanden wat poëzie die ons kan opwarmen. Elke week een gedicht over de maand waarin we zitten. Ik vond ze bij het dagelijks lezen van poëzie: de taal die het diepste reikt. Deze week het laatste gedicht over november. Het is van Chr. J. van Geel, over wie Willem Jan Otten schreef: ‘De stadsjongen Van Geel is een natuurdichter geworden.’
CHR. J. VAN GEEL
Novemberbomen
Lichter van kleur dan in het voorjaar
en niet zo voorzichtig van doen,
niet als hun groet bijna benepen,
nemen zij afscheid, de doorzichtige bomen.
Plotseling ritselen zij zich kaal.
Enkele blaren tot diep in de winter,
besluiteloos aan spitse graten,
roerloze ogen haken
in losse wind.
(Uit: Verzamelde gedichten 1993)
Het staat me nog helder voor de geest: hoe ik voor het eerst echt goed keek naar twee laatste blaadjes aan een boom. Ze klampten zich in de wintermaanden hardnekkig en dapper vast aan de takken van een perenboom die hen het leven had geschonken. Het zal rond 1990 zijn geweest. De boom stond voor mijn toenmalige werkkamer. Aan de blaadjes haakte zich wekenlang de meditatieve blik die ik elke ochtend oefen. Aan die twee blaadjes moet ik ook telkens denken als ik dit gedicht lees. ‘Roerloze ogen haken in losse wind.’
Willem Jan Otten schreef over het werk van Van Geel: ‘Hij is de dichter geworden van de ontvankelijkheid – een gedicht vangt wat je met je vooropgezette dagbewustzijn niet kunt zien, wat je met je dwingende rede niet kunt ondervinden, wat je met je wakend oor niet kunt horen.’ Die ontvankelijkheid spreekt ook uit dit gedicht. Poëzie raakt aan meditatie.
In deze koude en gure maanden wat poëzie die ons kan opwarmen. Elke week een gedicht over de maand waarin we zitten. Ik vond ze bij het dagelijks lezen van poëzie: de taal die het diepste reikt. Dit keer een gedicht van Rita Dove, Amerikaans dichters die van 1993 tot 1995 Poet Laureate was in de VS ('Dichter des Vaderlands' zeggen wij). Ze schreef in 1981 een lichtvoetig gedicht over de maand november. Ik vertaalde het (voor suggesties tot verbetering houd ik me aanbevolen).
In deze koude en gure maanden op deze plek wat poëzie die ons kan opwarmen. Elke week een gedicht over de maand waarin we zitten. Vandaag een gedicht van Billy Collins, de Amerikaanse meester van de lichte toon. Er zijn nog altijd veel mensen die denken dat poëzie een geheimtaal is voor ingewijden. Maar Collin bewijst gedicht na gedicht het tegendeel. En dat een lichte toon de ontroering niet in de weg hoeft te staan, daarvan is dit gedicht een toonbeeld. Uitgerekend een gedicht over deze dag: 1 december.