April en mei zijn de drukste maanden op de volkstuin. Er wordt gezaaid, geplant, gestut en gewied dat het een lieve lust is. En veel komt al op. Nou ja, ‘al’? Het is dit jaar iets later dan vorig jaar. Maar in mijn tweede jaar als moestuinder is er wel meer anders. Neem mijn kolen.
Vorig jaar had ik te weinig ruimte voor de kolen, zo bleek. En ze deden het goed! Dit jaar dus maar een bak extra. En nu geen kant-en-klare plantjes van Welkoop, maar eigen kweek! Thuis had ik al bloemkool, broccoli en palmkool voorgezaaid. Ze zagen er na een paar weken prima uit, constateerde ik met voldoening. Begin april heb ik ze op de tuin uitgeplant.
Lange tijd ging het goed. Ze groeiden als – nou ja, flauw – kool. Maar vorige week was ik er een paar dagen tussenuit en toen ik terugkwam zag ik meteen de schade: de plantjes waren aangevreten. De palmkool was zelfs helemaal weg. Het moesten slakken zijn. Medetuinders bevestigden het: slakkenvraat. Ze moesten onder het net door zijn gekomen.
Ik een bierval geplaatst. Maar na een nacht bleek er niets in te zitten. Na de tweede nacht ook niet. Raadselachtig! Kennelijk geen slakken. Maar welk dier dan wel? De kolen staan immers onder netten. Woelmuizen? Ik zag geen gaten in de grond.
Het blijft een raadsel. Maar inmiddels heb ik een nieuw wapen in de strijd gevonden: groentezakjes van de Lidl. Ik kreeg de tip van bestuurslid J. Ze had er ook mee te maken gehad. En zij had groentenetjes bij Lidl gekocht: een netje bedoeld om duurzaam je groenten in mee te nemen. Zo’n netje zet zij over de plant, trekt het koord aan en geen dier dat er meer bij kan.
Meteen naar de dichtstbijzijnde filiaal gesneld natuurlijk. Nu staat wat er nog van mijn kolen over is onder zo’n netje. Maar voor de zekerheid heb ik maar weer wat bijgezaaid. Nu maar afwachten. Want tuinieren is, ook in maanden van drukte, grotendeels wachten. En bijleren.
In deze blog doe ik verslag van het plezier van het volkstuinieren. Waarom 'tuin 1'? Omdat ik op het volkstuincomplex tuin nummer 1 heb. Dit keer: het tomatenhuisje.
Wie moestuiniert moet goed weten wat te zaaien of te planten. Belangrijkste vraag: lust je het zelf eigenlijk wel? Er is maar één manier om het uit te vinden: proberen. Want hé, je wilt toch ook niet bij de doorsnee groente blijven? De moestuin is bij uitstek de gelegenheid om te experimenteren.