Dit Engelse werk uit de 14de eeuw is een van de hoogtepunten van de mystieke literatuur. Al langer stond het op mijn lijstje te lezen boeken. Nu de vertaling opnieuw verscheen, kon ik er mee kennismaken. Ik was onder de indruk van de eenvoud, wijsheid en bescheidenheid van de anonieme schrijver.
Het boek is een inwijding in de mystiek voor de gewone man. Als ik de boodschap kort moet samenvatten, dan zó: met God omgaan en Hem niet vinden, het kan samengaan, want God laat zich niet vinden met het verstand, maar je kunt je door liefde wel openen voor zijn ongrijpbare nabijheid.
Dat verkeren en niet-vinden wordt uitgedrukt met het beeld van een wolk. Het beeld komt van Mozes die op de berg Sinaï verkeerde met God. Een wolk onttrok het zicht van Mozes op God, maar ook op het dagelijks leven in het dal beneden hem.
Zo moeten wij God zoeken in de wolk van vergeten (namelijk van alles wat wij menen te kennen uit het zichtbare leven) die tegelijk de wolk van niet-weten is (wij hebben geen rationele kennis van God als een object). Kenmerkend citaat: ‘Wees er zeker van dat je in dit leven nooit een onbewolkt zicht op God zult hebben.’ Loslaten is het sleutelwoord: het loslaten van onze neiging grip te willen hebben. Ziedaar de weg van ‘de beschouwing’, zoals de schrijver het noemt: de weg waarover God ons tegemoet zou kunnen komen.
‘Zou kunnen’, want is er geen methode van ons uit om de nabijheid van God te ervaren. Dit mystieke werk zou je dan ook als één groot pamflet kunnen zien tegen manipulatie en magisch denken binnen het geloof. Behalve het verstand moet ook het gevoel en de verbeelding het ontgelden.
Het boek kent een overzichtelijke structuur. In 75 korte hoofdstukken leidt de schrijver ons stap voor stap verder op het pad van de mystieke omgang met God. Bescheiden (‘ik besef heel goed dat ik daar zelf nog heel ver van afsta’), niet fanatiek (‘zorg dat je hart niet emotioneel of fysiek overbelast raakt’), en eenvoudig (‘bid niet met veel woorden, maar met één woord’) – ziedaar de kenmerken van dit bijna pragmatische boek. Maar je moet het niet achter elkaar lezen. Alleen in die vertraging opent zich de tekst.
Een belangrijk deel van het boek gaat over Martha en Maria, de twee vrouwen uit het evangelie die hier staan voor verschillende levenshoudingen: die van het activisme en het beschouwende. Het is duidelijk dat dit boek vooral het laatste wil benadrukken. In onze activistische tijd meer dan ooit nodig, zou ik zeggen.
Deze vertaling kent een lange inleiding. Die blijkt uit de editie van 1974 te zijn. In sommige opzichten is die dan ook gedateerd (bijvoorbeeld wanneer de schrijver zich keert tegen ‘hasjrokers’), maar ze is een goede opstap voor het mystieke werk zelf en het plaatsen van dit werk in de context van zijn tijd.
Je moet niet alleen boeken lezen die je vertellen wat je al wist of graag wilt horen. Daarom lees ik ook geregeld boeken uit christelijke stromingen die niet de mijne zijn. Zo bestelde ik dit boek - ook omdat het door de evangelische site ‘Christianity Today’ uitgeroepen werd tot het beste boek van het jaar 2020.
Noem eens een stad die bepalend is geweest voor de popmuziek. Londen? Liverpool? New York? Los Angeles? Of het kleine Muscle Shoals? Ach, je weet vast wel door de titel van deze leesbespreking dat het hier gaat om Berlijn. Het is niet de stad waar de meeste mensen aan denken als het gaat om revoluties in de popmuziek. Maar Leo Blokhuis laat in zijn nieuwe boek zien dat dit onterecht is.