Dat Bob Dylan een magnifieke kennis heeft van de Engelstalige popgeschiedenis bewees hij al met het radioprogramma Theme Time Radio Hour. Maar nu bewijst hij het opnieuw met een boek dat in de Nederlandse vertaling dezelfde titel meekreeg als in het Engels (waarom eigenlijk?): ‘The Philosophy of Modern Song'. Een prachtig boek, al is het woord ‘Philosophy’ wel wat pretentieus.
In 66 hoofdstukken bespreekt Dylan evenzovele songs. Een flink aantal zijn onbekend, zodat de popliefhebber zijn horizon kan verleggen. In het genoemde radio-programma werd al menig vergeten pareltje opgedolven, maar ook hier word je verrast door songs die je nog nooit gehoord hebt. De songs zijn meestal uit de jaren vijftig, vroeg jaren zestig. Niet zo vreemd dat Dylan daarvoor kiest: het zijn songs uit de tijd dat hij zelf jong was en leerde psycholoog Douwe Draaisma ons al niet dat we een ‘popvenster’ van zo’n vijftien jaar hebben? Alles wat na die periode werd gemaakt, laat ons relatief koud.
De meeste hoofdstukken van Dylan’s boek bevatten twee onderdelen: één waarin hij als het ware van binnenuit een nummer oppompt tot een uitgebreid verhaal waarbij hij zijn fantasie en inlevingsvermogen ruim de vrije teugel geeft. Zoals bij het lied ‘Feel So Good’ van Sonny Burgess:
Je voelt je in dit nummer zo goed als je maar kunt voelen, en daar hoef je niet van te worden overtuigd. Je hebt je nog nooit zo goed gevoeld, en je hebt het vermoeden dat je je de rest van je leven zo zult blijven voelen. Je rockt als een dolle, met stalen zenuwen, ontspannen, je gaat als de wind, je rockt de hele dag en de hele nacht door.
Een typerend citaat, vind ik, want ik ben eerlijk gezegd niet zo onder de indruk van het proza van de bard uit Minnesota. Dat was ik al niet na het lezen van zijn ‘Kronieken’. Maar dat beeld werd in dit boek niet bijgesteld. De Nobelprijswinnaar is wat mij betreft beter in liedteksten. Al zijn de stukken in dit boek waarin hij achtergrondinformatie geeft juist weer wel goed te pruimen. Neem dit (over ‘Take Me From This Garden Of Evil’ van Jimmy Wages):
De gitarist klinkt als Luther Perkins die op een Gibson Les Paul speelt in plaats van zijn gebruikelijke Fender. […] Dit is een Sam Phillips-productie. Rauw en onbevreesd, zoals alles wat Sam opnam. De zanger Jimmy Wages groeide samen met Elvis op in Tupelo, Mississippi. Ze woonden bij elkaar om de hoek totdat Elvis op zijn achtste naar Memphis verhuisde. Dan ga je toch denken: wat zou er gebeurd zijn als Elvis in Tupelo was gebleven en Jimmy Wages was verhuisd?
De vormgeving van dit boek is indrukwekkend. De schitterende foto’s uit de jaren vijftig en zestig van platenhoezen, filmaffiches, reclames, strips en de popsterren van toen, geven het boek de nostalgische sfeer die de tekst nog meer inkleurt. Alleen al deze beelden maken het boek de moeite (en de prijs) waard.
Maar bovenal is het Dylan’s rol als gids die het boek zijn waarde geeft. Bij elk hoofdstuk wil je het besproken nummer natuurlijk horen. Aanvankelijk zocht ik het zelf op, totdat ik merkte dat er een Spotify-lijst is met alle 66 nummers. Dylan leidt je met grote kennis door dit muzikale museum rond. Al had het geheel wel wat vrouwvriendelijker gekund: in het kiezen van meer vrouwelijke sterren en in zijn teksten. Dat zijn verhalen in het algemeen doorschieten – ach, ik zie dat als enthousiasme voor de muziek van anderen. Want bewonderen kan hij.
Etty Hillesum, de jonge joodse vrouw die beroemd geworden is door het dagboek dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft bijgehouden, is uitgegroeid tot bijna een moderne heilige. Nu haar biografie verscheen, was voor mij de spannende vraag of het beeld dat het dagboek oproept overeind blijft. Vooraf alvast dit: de biografie is fantastisch geschreven; ik las haar in één ruk uit. Hulde dus voor schrijfster Judith Koelemeijer.
n veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuwverschenen boeken dus, maar wel de moeite meer dan waard.