Kanafani’s meest bekende boek verscheen al in 1963, maar het is (helaas) nog steeds verrassend actueel. Niet alleen omdat de hoofdpersonen Palestijnen zijn, maar ook omdat het verhaal een op een nog steeds het verhaal is van illegale immigranten uit tal van landen.
Het boek gaat over vier Palestijnen van verschillende generaties. Alle vier leven ze buiten Palestina. Twee (Aboe Kais en Aboe al-Khaizoeran) hebben de Nakba bewust meegemaakt, de derde (As’ad) is als kind met zijn ouders gevlucht, de vierde (Marwaan) is in een vluchtelingenkamp geboren. Ze kennen elkaar niet, maar hun verhaal komt bij elkaar als drie van hen vanuit Basra (Irak) naar Koeweit willen om er een nieuwe toekomst te zoeken.
Maar daar kunnen ze niet zomaar heen. Dat moet in het geniep. Aboe al-Khaizoeran is bereid te helpen door hen als verstekeling mee te nemen in zijn lege tankwagen. Daar raakt hun verhaal aan dat van vele andere emigranten, die ook vandaag een nieuwe toekomst zoeken. Een ‘hiernamaals’ noemde de Australische dichter Les Murray zo’n nieuwe toekomst, en hij dichtte daar over: Waar het al bestaat / zullen er mensen in een scheepsromp kruipen / of stikken in vrachtwagencontainers.
Koeweit is hun ‘hiernamaals’. Ook in dit verhaal loopt het niet goed af. Maar het staat dan ook symbool voor het lot van het Palestijnse volk als zodanig. Hoewel het verhaal gaat over individuen en als zodanig op eigen benen staat, gaat het in dit verhaal tegelijk over meer, zo voel je als lezer. Kanafani wilde dan ook verzetsliteratuur schrijven die in dienst staat van de Palestijnse zaak. Hij slaagt daar ruimschoots in, want zijn roman wekt empathie voor het lot van de hoofdpersonen.
Het boek werd al eerder vertaald, maar kreeg nu een nieuwe vertaling. In het nawoord schrijft de vertaler dat hij vorige zomer Gaza bezocht en in een kunstgalerie een portret zag van Kanafani. Hij besluit zijn nawoord met de woorden: ‘Het is onwaarschijnlijk dat Kanafani’s portret in de kunstgalerie in Rafah nog bestaat.’
In 1972 maakte een autobom een einde aan het leven van Kanafani. Naar verluidt zat de Mossad er achter.
Toen zijn moeder in 1996 zeventig werd, ging schrijver Bart Moeyaart met haar drie dagen naar Parijs. De herinneringen aan die reis vormen de ruggengraat van het boek waaromheen Moeyaart min of meer een autobiografie schrijft. In die autobiografie speelt een ander belangrijk thema: zijn coming out als homo tegen de achtergrond van het gezin waar hij uit komt.
Lees meer