In veel kringloopwinkels zijn goede en vaak nog puntgave boeken voor een habbekrats te koop. Onder de noemer 'krinloopvondst' bespreek ik af en toe zo'n vondst. Geen nieuwverschenen boeken dus, maar wel de moeite meer dan waard.
‘De tempel’ van de Engelse dichter en romanschrijver Stephen Spender is een indrukwekkende roman die speelt in het Duitsland van eind jaren twintig, begin jaren dertig. De Freikörperkultus heerst nog allerwege en de seksuele vrijmoedigheid waarmee die gepaard gaat lokt Engelse biseksuelen en homo’s naar Berlijn of – zoals hier het geval is – naar Hamburg.
Stephen Spender gebruikte voor deze roman zijn eigen belevenissen. Hij verbleef ooit in Hamburg. Vrienden van Spender komen onder andere namen terug in het verhaal. Hij vertelt in de inleiding zelf wie het zijn: W.H. Auden, Christopher Isherwood (beide later beroemd geworden Engelse schrijvers) en de Duitse fotograaf Herbert List (uit zijn archief komt de coverfoto).
Hoofpersoon Paul Schoner raakt in Hamburg bevriend een aantal mensen voor wie de kultus van het lichaam niet vreemd is. De titrel van de roman slaat dan ook op het lichaam.
Ik heb het gevoel alsof hier in Duitsland een nieuw leven is begonnen. Ik weet niet precies waaruit het nieuwe bestaat, maar misschien is de sleutel de nieuwe houding van deze jonge Duitsers ten aanzien van hun lichaam.’
Tegelijk doemt de dreiging van het groeiende fascisme al op. In 1929 al. Maar als Paul Schoner in 1932 voor een tweede verblijf terugkeert, laat die dreiging de Duitse vriendenkring van Schoner niet meer ongemoeid. De vrijheid van de jaren ervoor is aan het verdwijnen. Geweld lijkt bezit te nemen van straten en huizen.
De roman is niet alleen met grote vaart en helderheid geschreven, hij biedt ook een intrigerend tijdsbeeld. De tempel is niet veilig meer.
De eerste schets van het boek werd geschreven in 1929, maar geen enkele Engelse uitgever wilde zich aan de inhoud branden. Later werd het manuscript in een Texaanse bibliotheek gevonden door John Fuller. Spender herschreef vervolgens het manuscript en vulde het aan. Zo zag de roman in 1968 toch nog het levenslicht.
De schrijfster voert ‘leegte’ toe aan de zeven hoofdzonden die binnen het christendom benoemd worden. Behalve instemming roept ze met haar boek ook vragen op. ‘Het verlaten individu’, maar door wie verlaten? En kan de leegte van die verlatenheid dan nog wel zonde heten? Toch geeft haar boek te denken.
Lees meerDe dichter Cor Jellema schreef een indrukwekkend oeuvre bij elkaar: ruim 600 pagina’s telt zijn verzameld werk. Maar het duurde lang voordat hij echt naam maakte. De vorig jaar verschenen, aan hem gewijde biografie brengt Jellema's jarenlange strijd om erkenning in beeld.
Lees meer