Als een kunstenaar spreekt over het geloof, spits ik mijn oren. Als een kunstenaar pósitief spreekt over geloof, spits ik mijn oren nog meer. Maar als een kunstenaar zelf een theologie schrijft, heeft hij in mij een meer dan geïnteresseerde lezer. Zo begon ik aan het boek van de New Yorkse kunstenaar Makoto Fujimura: gretig.
Toch hield ik een wat ambivalent gevoel over aan het boek. Laat ik met het meest inspirerende beginnen. Fujimura maakt in zijn boek gebruik van een prachtige metafoor om zijn theologie op te grondvesten: die van kintsugi. Kintsugi is de Japanse kunstvorm die van gebroken theeservies weer een geheel maakt. De scherven worden aan elkaar gelijmd met een soort goudlak. Het resultaat is meestal mooier dan het origineel.
Dit beeld nu gebruikt Fujimura om de vernieuwing van de wereld die God in en na Jezus begonnen is, te illustreren. Zoals de kunstenaar de gebroken stukken aan elkaar lijmt en er een nog mooier werkstuk van maakt dan het al was, zo bouwt God uit de scherven van deze wereld een nieuwe wereld. De barsten zijn dan weliswaar nog zichtbaar, maar het zijn barsten van goud geworden waar Gods licht doorheen schijnt. Ik moest voortdurend denken aan de befaamde zin van singer-songwriter Leonard Cohen: ‘There’s a crack in everything, but that’s where the light comes in.’ Fujimura noemt hem overigens niet.
Fujimura verbindt dat alles met het verhaal over Jezus die de overleden Lazarus opwekt uit de dood. Dat verhaal begin met de tranen van Jezus na het bericht over zijn overleden vriend. Zijn tranen zijn de tekenen dat Jezus deelde in de gebrokenheid van dit leven. Maar Lazarus werd door hem vernieuwd aan het licht gebracht. Zo werd door Jezus uit de ‘scherven’ een nieuwe werkelijkheid geschapen.
Fujimura schaart zich aan de zijde van medekunstenaars als de schilder Rothko en de dichter T.S. Eliot. Kunstenaars weten van de scherven. Maar zij bouwen vanuit de ‘tranen’ een nieuw geheel. Wij hoeven bij Gods herschepping van de wereld dus niet aan de zijlijn te blijven staan. Dat geldt niet alleen voor kunstenaars. Wij allen worden geroepen om ‘makers’ te zijn, ‘kunstenaars’ die meehelpen om met God de wereld nieuw te maken.
Sterker nog, dat is in de ogen van deze kunstenaar-theoloog de kern van het geloof. Want het geloof is niet het aannemen van een setje waarheden, maar een verbeeldingskracht die eraan meewerkt het goede, het ware, maar vooral het schone te ‘maken’.
Een aanstekelijke theologie! Maar nu de andere pool van mijn ambivalente gevoel. Fujimura schrijft niet altijd samenhangend. Hij is sterk associatief, maar dan op een manier waarop hij mij weleens kwijt raakt. Soms zat ik te staren naar een zin of een overgang, maar kon ik er geen chocolade van maken. Daar komt nog eens bij dat het boek veel herhalingen kent. Dat kan weleens nuttig zijn om de lezer bij de draad van het betoog te houden, maar hier was het weleens teveel. En dan het laatste: het boek is nogal prekerig.
Ondanks aanbevelingen van dichter Christian Wiman en filmmaker Martin Scorsese en een inleiding van vermaard theoloog Tom Wright, werd het voor deze gretige lezer dan ook geen overweldigende leeservaring. Maar er blijft genoeg moois over. Kintsugi – ik zal het beeld nooit meer vergeten.
De meeste mensen kennen Joseph Roth van romans en verhalen. Dat hij ook journalist was, is minder bekend. Het was in zijn jonge jaren toen de wereld nog nagistte van de Eerste Wereldoorlog. Met name de kaart van Midden-Europa veranderde per jaar.
Lees meerToen zijn moeder in 1996 zeventig werd, ging schrijver Bart Moeyaart met haar drie dagen naar Parijs. De herinneringen aan die reis vormen de ruggengraat van het boek waaromheen Moeyaart min of meer een autobiografie schrijft. In die autobiografie speelt een ander belangrijk thema: zijn coming out als homo tegen de achtergrond van het gezin waar hij uit komt.
Lees meer