Massimo Recalcati is een Italiaanse psychoanalyticus. Hij doceert aan de universiteiten van Verona en Pavia. Hij heeft – zo lees ik op de achterflap – al vele boeken schreven. Maar bij mijn weten is dit het eerste boek dat van zijn hand verscheen in het Nederlands. Ik ben onder de indruk.
Om meteen maar bij de titel te beginnen: pas laat in het boek komt het beeld ter sprake, maar het is zo mooi dat ik ermee begin. Het verlies van een dierbare is als de sterren. De meeste sterren die wij zien, zijn in werkelijkheid al uitgedoofd. Maar het licht dat zij uitzonden bereikt ons nu. Zo kan verwerkt verdriet nog leven van ‘het licht’ dat onze dierbaren uitzonden. Een prachtig beeld!
Nu klinkt dat misschien al snel te mooi om waar te zijn. Recalcati besteedt dan ook veel tijd om te laten zien dat rouw rauw is. Wie liefheeft verlangt naar het verlangen van de ander. Wie de ander verliest blijft dus achter met een onbeantwoord verlangen. ‘Zij mist mij niet meer.’ Niemand wacht meer op je. Die afwezigheid kan paradoxaal genoeg de vorm aannemen van een extreme áánwezigheid. De afwezige blijft aanwezigheid opdringen. We spreken dan van gestagneerde verwerking.
Recalcati laat zien dat hiervan niet alleen sprake kan zijn bij idealisering van de afwezige (‘afwezige’ klinkt wat afstandelijk, maar het gaat niet alleen om verlies aan de dood maar ook aan het leven). Ook bij de-idealisering (wrok, rancune) kan de verwerking stagneren. In beide gevallen wordt een mogelijke dankbaarheid uitgesloten.
Er is ook nog een derde mogelijkheid: de manische ontkenning van rouw. De van zijn dierbare gescheiden persoon gaat om zo te zeggen de bloemetjes buiten zetten. Hier wordt de verloren persoon niet geïdealiseerd of gede-idealiseerd, maar gewoon ‘vergeten’. Deze reactie op verlies ben ik nog niet veel tegengekomen in andere boeken over rouw. Een eye-opener. Vooral omdat Recalcati eraan toevoegt dat deze in onze gebruiks-cultuur steeds meer voorkomt (ik hoorde in een dating-programma iemand zeggen: ‘Dit is geen relatie-materiaal’).
Rouwarbeid is voorwaarde om het verlies innerlijk te kunnen symboliseren en verder te komen. Daarvoor is nodig: a) de nagedachtenis, b) de psychische pijn doorleven, c) de tijd nemen/krijgen, e) vergetelheid, waarmee niet ‘vergeten’ wordt bedoeld, maar: de verloren persoon blokkeert het leven niet meer.
Maar – zo is de stelling van de schrijver – rouwarbeid is nooit helemaal achter de rug. Ook in dit opzicht is het boek waardevol. De klassieke rouwliteratuur suggereert soms dat er een einde aan het verdriet komt. Recalcati bestrijdt dat ‘omdat het verloren subject, ondanks de rouwarbeid, een onuitwisbaar spoor van zijn bestaan in het subject heeft achtergelaten.’
Kortom, in dit boek is zeker geen sprake van een te optimische beschrijving van verdriet. En toch komt de schrijver uit bij dat mooie beeld van het licht van dode sterren. Verdriet kan na veel worsteling uitlopen op – wat hij noemt – nostalgie-dankbaarheid. Nostalgie omdat de tijd niet teruggedraaid kan worden. Maar dankbaarheid omdat juist de details uit het leven met de geliefde de tijd onuitwisbaar maken. Deze nostalgie-dankbaarheid kan het leven nieuwe opening en energie geven.
Het is een dun boekje. Maar nooit las ik een completer, mooier en helderder boek over rouw en verdriet. Een aanrader – niet alleen voor professionals. Hoewel, worden wij vroeg of laat niet allemaal professionals? Geen leven zonder de diepe krassen van verlies.
David Grossman is Israëls bekendste schrijver en een geducht criticus van het beleid van zijn land. In deze bundel is een aantal toespraken en artikelen van de afgelopen tijd gebundeld. Het boekje opent met zijn reactie kort na de dramatische inval van Hamas op zaterdag 7 oktober.
Lees meerWe leven in tijden van sterke polarisatie. Ieder van ons bevindt zich in een eigen bubbel. Vanuit die bubbels bestoken wij andere bubbels. Maar dat die situatie niet nieuw is, toont het essay van George Orwell uit 1945. Bas Heijne schreef er een inleidend essay bij.
Lees meer