Het boek verscheen in 2012, maar nu pas las ik het – ook omdat er een goedkope editie op de markt gebracht werd (voor wie zoals ik al teveel aan boeken uitgeeft: wachten loont soms!). Er zijn al heel wat lovende recensies over geschreven, maar ik doe nog een duit in die zak: Oek de Jong schreef een prachtig boek.
‘Pier en Oceaan’ is een boek over wat de Engelsen noemen: a coming of age. Het gaat over de volwassenwording van Abel Roorda, zoon van de Friese Lieuwe en Amsterdamse Dina. Het boek begint in 1952, het geboortejaar van Abel, en eindigt in 1971 als hij op het punt staat zijn ouderlijk huis te verlaten om te gaan studeren.
Abel groeit op in een protestants gezin dat woont in Zeeland waar zijn vader een leidende positie heeft aan de plaatselijke middelbare school. De moeder van Abel is een ongelukkige vrouw die het leven, waarin zij verzeilde door een gedwongen huwelijk, niet aankan. Het huwelijk van Dina en Lieuwe is dan ook ronduit ongelukkig – voor beiden.
Abel groeit op als een jongen die alles van een afstand beziet en die zich moeilijk kan binden. Hij heeft vrienden, maar boezemvrienden worden het niet. Hij heeft vriendinnen, maar lijkt voortdurend aan hen te twijfelen. Hij heeft ervaringen van ‘het eeuwige’, maar de religie lijkt geen vaste plaats in zijn leven te krijgen. In ieder geval is de religie van zijn ouders, met hun kerkgang, voor hem een gepasseerd station.
Terugkijkend viel mij op dat geen van de mensen uit zijn leven kan rekenen op diepe bewondering of affectie. Zijn ouders gaan stuntelend door het leven, zijn grootouders zijn onaangename patriarchen (de mannen) of gedweeë volgers (de vrouwen), klasgenoten pestkoppen of meelopers. Kortom, de personages worden vooral getekend naar hun schaduwzijde.
Niettemin is het een meeslepende geschiedenis. Toen ik het boek uit had en wat afstand had genomen, vroeg ik me af hoe zo’n verhaal vol onaantrekkelijke karakters zo kan boeien. Ik kwam tot twee antwoorden. Allereerst: het boek brengt prachtig het Nederland in beeld vanaf pakweg de Tweede Wereldoorlog tot de jaren zeventig van de vorige eeuw. Het is bovendien voor een groot deel het tijdvak waarin ik zelf opgroeide. Omdat het boek ook nog eens gaat over de gereformeerde wereld waarin ik zelf groot werd, bood het boek voor mij grote herkenning.
Het tweede antwoord is dit: je gaat in zekere zin ook houden van de onvolkomen mensen in dit boek. Zich onbewust ván of worstelend mét hun beperkingen gaan ze door het leven. Daardoor irriteren ze, maar roepen ze tegelijk ook mededogen op: ze kúnnen niet beter.
Beide antwoorden (het mooie tijdbeeld én het indringend in beeld brengen van het menselijk lot ) hebben natuurlijk ook direct te maken met de schrijfstijl van Oek de Jong. Hij weet de lezer meer dan 800 pagina’s te boeien met een dynamische verteltrant. Wat ook helpt is dat het boek is ingedeeld in korte stukjes, waar je het verhaal kunt wegleggen en op een ander moment gemakkelijk weer oppakt. Een fantastische roman.
En voor religieus geïnteresseerde lezers: wie wil weten waarom de geloofsoverdracht halverwege de 20ste eeuw begon te stagneren, vindt in dit boek een boeiend beeld van binnenuit.
De titel ‘Pier en oceaan’ is ontleend aan het gelijknamige schilderij van Mondriaan. Hij deed zijn inspiratie voor dit schilderij ongetwijfeld op in Domburg waar hij een tijd lang leefde en werkte – de streek waar deze roman speelt.
Ida Gerhardt (1905 – 1997) geldt als een van Nederlands grootste dichteressen van de 20ste eeuw. Maar ze was bepaald niet de sympathiekste, en dat is een eufemisme. Ze kon lichtgeraakt zijn, afgunstig en ronduit arrogant. Deze schaduwzijden worden in de biografie die dit jaar verscheen niet verdonkeremaand.
Lees meerWillem Jan Otten is in mijn ogen Nederlands meest interessante en veelzijdige schrijver. Hij schrijft toneel, romans, poëzie en essays. En hij beheerst de genres allemaal. Kort geleden zag een nieuwe essaybundel het levenslicht. ‘Verhalende essays’ noemde Otten ze.
Lees meer