Wat een pageturner! Ik kende uiteraard de naam van Michel van Egmond van de voetbalbiografieën die hij schreef ('Kieft' en 'Gijp') en die maandenlang hoog op de boekenlijstjes stonden, maar las ze nooit. Een misser, merkte ik nu. Want wat een vaardig schrijver is hij!
Rode draad in het boek is Fred Blankemeijer (1926-2010), voormalig speler van Feyenoord, die na zijn bescheiden voetbalcarrière talloze baantjes in de organisatie had. Hij was een wandelende encyclopedie over de geschiedenis van de club aan de Maas. Van Egmond, die hem vaak opzocht, citeert hem veelvuldig.
Het boek kent geen hoofdstukken, maar vertelt – dwalend door elke hoek van Feyenoords geschiedenis – in één ononderbroken adem van de lievelingsclub van de schijver. Het wordt slechts onderbroken door uitgeschreven stukjes van telefoongesprekken die Van Egmond voerde met Martijn Krabbendam die minstens zoveel van de club van Rotterdam-Zuid weet.
Mijn liefde voor Feyenoord begon toen ik met een vriendje en zijn ouders mee mocht om in Hoek van Holland de supporters die met de schepen ‘Grote Beer’ en ‘De Waterman’ naar Lissabon gingen, uit te zwaaien. Daar zou hun club tegen Benfica spelen. Feyenoord zou verliezen, maar het beeld van de voorbijvarende schepen en de honderden juichende mensen had zich voor altijd in mijn geheugen genesteld.
Die gewekte liefde zou aangewakkerd worden door de gloriejaren van na 1969. Nog hoor ik de stem van radioverslaggever Theo Koomen: ‘Zeer bekwaam! Uitstekend gedaan Theo van Duivenbode!’ waarna Wim Jansen die iconische goal maakte waarmee Feyenoord zich kwalificeerde voor de finale van de Europacup. Wat de herinnering wel hielp is dat er na die wedstrijd een singeltje verscheen met daarop de hoogtepunten van dat verslag. Ik heb het singeltje nog.
Van Egmond vertelt met veel schrijfplezier over dese hoogtepunten. Maar hij bespeelt vele registers. Nu eens zat ik hardop te lachen om de voetbalhumor die er bij en rond Feyenoord rondgaat, dan weer raak je ontroerd als hij vertelt over het lot van speler Christian Gyan of de uitvaart van Wim Jansen.
De grote liefde van Van Egmond staat een kritische blik niet in de weg. Ook de schaduwzijden en dieptepunten van de club komen ter sprake, want Van Egmond aarzelt niet om de pijnpunten te benoemen. Bijvoorbeeld over drugsgeld dat bij de club rondging. Of over dopinggebruik door spelers in die gloriejaren. Dat maakt het niet alleen tot een heerlijk maar ook interessant verhaal. Ik kwam er veel door aan de weet. En: ik las het in één adem uit.
Klein minpuntje: Van Egmond schrijft ergens dat Arne Slot, de huidige trainer van de club, data en trainingsmethodieken bestudeert ‘alsof het de profetieën van Matteüs zijn’. Ik heb al eens vaker gedacht: Feyenoord zou een dominee of pastoor in dienst moeten hebben; die zou de vele gelovige spelers beslist van dienst kunnen zijn. Ook zou die wellicht een temperende invloed kunnen hebben op het veelvuldige vloeken dat je in deze contreien tegenkomt🤭. Maar hij of zij zou Van Egmond ook hebben kunnen behoeden voor deze misschien kleine, maar desondanks theologisch pijnlijke misser. 😄
Het is de negentiende eeuw. Jannetje van Veldhuizen is dienstmeid bij een predikant in Fijnaart. Aan de andere kant van het land, in het Groningse Bierum, woont de weduwe Bouwke Stuivinga. Ze zijn de hoofdpersonen van een indrukwekkende familiegeschiedenis. Hoe hun paden zich zullen kruisen, vormt de verhaallijn van dit boek.
Etty Hillesum, de jonge joodse vrouw die beroemd geworden is door het dagboek dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft bijgehouden, is uitgegroeid tot bijna een moderne heilige. Nu haar biografie verscheen, was voor mij de spannende vraag of het beeld dat het dagboek oproept overeind blijft. Vooraf alvast dit: de biografie is fantastisch geschreven; ik las haar in één ruk uit. Hulde dus voor schrijfster Judith Koelemeijer.