Deze rubriek gaat meestal over mijn leeservaring met nieuwe boeken. Maar vanaf nu bespreek ik af en toe ook klassiekers. Dit keer een boek van de Oostenrijkse auteur Stefan Zweig. Hij pleegde in 1942 zelfmoord. In 1944 verscheen postuum zijn autobiografie. Wat een indringend en appellerend boek! Zweig neemt ons mee op een levenstocht die start in de negentiende eeuw en voert naar een kantelpunt richting de verschrikkingen van de twintigste eeuw.
We realiseren het ons nauwelijks meer, maar de negentiende eeuw was een eeuw van stabiliteit en zekerheid. ‘Gezapig’ zul je misschien zelfs kunnen zeggen. Natuurlijk speelde er ondergronds het een en ander. Neem bijvoorbeeld de prostitutie. Die was in de steden wijd verbreid. Ondanks of beter: dankzij de onderdrukte seksualiteit. De trottoirs waren bezaaid met vrouwen die zich te koop aanboden, vertelt Zweig.
Maar met de Eerste Wereldoorlog gaat er iets grondig veranderen in de overwegend stabiele samenleving. Bekend is het enthousiasme waarmee jonge mannen overal in Europa zich meldden voor het leger. Zweig vertelt erover als ooggetuige. Maar ook over de desillusie die erop volgde. Toen hij – de oorlog was al vergevorderd – de grens met Zwitserland passeerde, viel hem ineens het grote contrast tussen het deplorabele Oostenrijke en het welvarende Zwitserland op.
Zweig was ook ooggetuige van het opkomend antisemitisme in de jaren twintig. En van de ‘roaring twenties’ in Berlijn (hij noemt ze losbandig, waarop naar zijn mening wel een reactie moest komen). Maar het meest bijzonder is zijn gedetailleerde beschrijving van de overrompelende opkomst van Hitler. Ineens zag je overal een soort fascistische knokploegen. Verrassend was ook om te lezen dat Hitler nooit zijn kans had gekregen als hij niet geruggensteund was door mensen uit de hogere klassen. Toch beschouwde de meeste mensen Hitler toen als een tijdelijk verschijnsel.
Maar uiteindelijk moest ook Zweig door het fascisme het vaste land van Europa verlaten. Het maakte hem tot vluchteling/emigrant. Hij komt In Engeland terecht. Ik werd verrast door zijn opmerkelijke waarneming dat vóór 1914 iedereen zonder papieren vrij over de wereld kon reizen, maar dat door het nationaal-socialisme de wereld voorgoed veranderd was. Zweig beschrijft ook wat het was/is om vluchteling te zijn: ‘Elke vorm van emigratie veroorzaakt op zichzelf al een soort evenwichtsstoornis. […] Iets van de natuurlijk identiteit met mijn oorspronkelijke en essentiële ik is voor altijd verstoord gebleven.’
Deze klassieker is nog steeds in een Nederlandse vertaling te krijgen. En nog wel in een goedkope versie ook – de rainbow-uitgave kost nog geen tientje! Zeker in deze tijd die zoveel parallellen vertoont met het tijdsgewricht dat Zweig beschrijft, is het boek nog steeds een aanrader. Het is bovendien een fors tegenwicht voor de hedendaagse Euro-scepsis.
John Barton, Bijbelgeleerde en priester in de Anglicaanse kerk, schreef een dik en doorwrocht boek over de Bijbel. Het biedt een breed overzicht van de stand van de Bijbelwetenschap en de geschiedenis van het Bijbelgebruik. Wie het boek uitheeft, heeft niet alleen duizelingwekkende tocht gemaakt door en met de Bijbel, maar is meteen bijgepraat over het Boek der boeken.
Lees meerTussen 2008 en 2011 schreef de Noorse auteur Karl Ove Knausgård in een razend tempo een roman in zes kloeke delen. Het werd een hype. Maar aangezien ik niet van hypes houd, liet ik de boeken destijds links liggen. Tot ik een paar maanden geleden in een kringloopwinkel voor twee euro een nieuw exemplaar van het eerste deel kocht. Na lezing was ik verkocht. Ik schafte meteen (via Boekwinkeltjes.nl – ook zo’n aanrader) de andere delen aan. Daarom – net als vorige maand – nu eens niet een bespreking van een nieuw boek, maar van een werk dat zich bewezen heeft.
Lees meer