Tijdens de coronacrisis schreef Willem Jan Otten in het Katholiek Nieuwsblad elke week over de Schriftlezingen die die zondag op het rooster stonden. ‘Zondagmorgen’ heet het boek waarin zijn overdenkingen werden gebundeld. Maar na die cyclus schreef hij door. Niet aan Bijbellezingen, maar aan hoe Christus ‘werkt’ in mensen.
Ik ken niemand in literair Nederland die zo pal staat voor het christelijk geloof en de polemiek in seculier verdord Nederland bepaald niet schuwt, maar die tegelijk de eerste is om te erkennen dat geloven een uiterst breekbaar goedje is: het verkruimelt zomaar onder je handen. Ook in dit boek kom je die beide elementen tegen.
Je zou het een boek van herverrijzenissen kunnen noemen. Christus – zo is de achtergrondgedachte – staat elke keer weer in mensen op. God mag dan dood zijn, zoals velen menen, maar van zijn Zoon zijn we nog niet af. Hij ‘werkt’ nog in mensen.
Wie Otten een beetje volgt, weet hoeveel sporen van het geloof c.q. de Bijbel hij tegenkomt in wat hij ziet en leest en hoort. Hier vinden we ze min of meer op een rijtje. Je komt er namen tegen die al eerder in zijn werk ter sprake kwamen: Les Murray, Fjodor Dostojevski, Christian Wiman (hij blijkt hier wel zijn favoriet), Susaku Endo (gooit ook hoge ogen), C..S. Lewis. Maar ook andere namen staan hier garant voor een doorkijkje op de gestalte van Christus – Denise Levertov en Mary Oliver zijn daarbij dan weer mijn favorieten. In 33 (!) hoofdstukken trekt een stoet van schrijvers, filmmakers, componisten, beeldend kunstenaars, maar ook een kleinkind en een tentoonstelling voorbij.
Het boek komt trouwens voor de helft voor rekening van een beeldend kunstenaar. Paul van Dongen maakte afbeeldingen waarin hij op zijn eigen wijze antwoord geeft op de hoofdvraag van het boek. Maar dat is, eerlijk gezegd, wat minder aan mij besteed. De tekeningen zijn op zich prachtig. Maar de stelling van Otten dat het geen illustraties zijn maar eigenstandige antwoorden op de titelvraag, overtuigde niet. Maar goed, de tekeningen geven de opmaak van het boek wel een extra glans. Dat dan weer wel.
Maar waar ik van smul zijn de teksten van Otten. Ook hier weer treffende observaties. Over de heiligverklaring van Titus Brandsma:
Niet de kerk verklaart Titus Brandsma heilig; iemand als hij heiligt de kerk.
Over de ezel die op Palmpasen Jezus draagt:
Het beeld is dat de gestalte van de verlosser versmelt met degene die hem draagt, ze zijn tezamen één creatuur, een soort armetierige centaur – en de drager, de ezel, wordt Christus.
En de mooiste die ik tegenkwam (over de woorden van Jezus: ‘Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen’):
Met acht woorden laat hij de rivier van het oordeel tegen zichzelf instromen.
Mijn omschrijving van de kerk is: ‘Een netwerk van mensen waarvan Christus het middelpunt is.’ Christus is van dat netwerk niet los te maken. En vanuit elk punt van dat netwerk, dat overigens verder reikt dan de institutionele kerk, is het zicht op Hem weer anders. Otten laat zien hoe verrassend de blik op het Midden vanuit verschillende plekken van dat netwerk is.
Voor wie wegens ruimtegebrek boeken de deur uit gaat doen: pas op! gooi niet teveel weg. Ik deed dat wel. De serie ‘Het verhaal gaat’ bijvoorbeeld. De onnavolgbare verteller Nico ter Linden (hij overleed in 2018) schreef zes delen. En ik maakte er gretig gebruik van. Tot ze naar de kringloop gingen. Maar gelukkig: er is een oplossing.
Lees meerDavid Grossman is Israëls bekendste schrijver en een geducht criticus van het beleid van zijn land. In deze bundel is een aantal toespraken en artikelen van de afgelopen tijd gebundeld. Het boekje opent met zijn reactie kort na de dramatische inval van Hamas op zaterdag 7 oktober.
Lees meer