Hoeveel valt er te zeggen van een album dat slechts 33 minuten duurt? In het geval van Paul Simon’s zwanenzang (want dat lijkt het te zijn) nog teveel om in een - voor mijn doen - lange bespreking kwijt te kunnen. Laat ik beginnen met de conclusie: ik vind het een monumentaal werk.
Ik geef toe: ik ben als groot Simon-fan bevooroordeeld. Anderen waren minder lovend, zo merkte ik. Maar laat ik meteen daaraan toevoegen dat ook ik moest wennen. Zoals dat trouwens wel meer het geval was bij het verschijnen van een album van de Amerikaanse singer-songwriter. ‘Hearts and Bones’ ging er ook niet in als koek, evenals ‘You’re the One’, om er slechts twee te noemen.
Simon is een van de popartiesten die zich album na album heeft vernieuwd. Hij gaat een weg die te vergelijken is met het beklimmen van een berg: eerst zijn de wegen nog breed en geplaveid en voor iedereen goed te doen. Maar gaandeweg wordt de weg smaller. Het asfalt verdwijnt, de wegen worden ruwer en smaller. Op de hoogte die Simon nu op zijn muzikale weg heeft bereikt, is het soms moeilijk volgen. Het zijn kronkelige paadjes geworden.
Maar er zit wel lijn in. Wie verrast wordt door het feit dat Simon ineens zo spiritueel is geworden met zijn psalmen, heeft kennelijk een aantal stadia op zijn bergtocht gemist. Al in zijn vroege werk zijn er tekenen van. Het allereerste nummer dat hij met Art Garfunkel opnam was een gospel: ‘You Can Tell the World’. Maar gaandeweg zijn tocht liet hij meer en meer spirituele merktekenen achter op de gevolgde route.
‘The Rythm of the Saints’ was daarvan wel een belangrijk station. Maar de albums die daarna kwamen, deden daar nauwelijks voor onder. Beluister ze, neem de teksten tot je en ‘Seven Psalms’ is geen verrassing: hier bereikt de zanger misschien wel het hoogste punt van zijn muzikale tocht, maar het komt zeker niet uit de lucht vallen.
‘Het hoogste punt’ schreef ik. En dat is het. Simon laat niets meer aan duidelijkheid te wensen over. Het album begint met klokgelui. Je moet denken aan een kerk. Daarna valt de akoestische gitaar in met die voor hem zo kenmerkend geworden, ingewikkelde akkoordenschema’s. Is het folk, jazz, blues, contemporary classic music, wereldmuziek? Het is het allemaal tegelijk, want Simon is het op zijn reis tegengekomen en heeft het allemaal opgezogen en eigen gemaakt. Maar het is de tekst die het hem doet.
De eerste zin zet meteen de toon: ‘I’ve been thinking about the great migration’. Dit album zal gaan over het einde van het leven. Dan volgt een refrein dat telkens op het album terug zal komen: ‘The Lord is my engineer / The Lord is the earth I ride on’. Maar ook: ‘The Lord is a meal for the poorest of the poor / A welcome door to the stranger.’ Simon hoopt dat er voor hem ook zo’n deur zal zijn. Maar het is geen album van ‘klap-eens-in-je-handjes-blij-blij-blij’. Hij vermoedt ook donkere kanten aan God. ‘The Covid virus is the Lord / The Lord is the ocean rising’. Er is sprake van een God die de mensheid ook confronteert met haar wanbeleid.
Toch is Simon geen profeet. Daarvoor is hij te twijfelachtig. Maar op geen album klinkt zijn spiritueel verlangen zo sterk als hier. En soms is het meer dan verlangen: ‘All that really matters / Is the one who became us / Anointed and gamed us / With His opinions.’ Hoe gelovig wil je het krijgen?
Muzikaal is het een schurend album. Wie gelikte schema’s van popsongs als ‘Kodachrome’ verwacht, zal bedrogen uitkomen. Ik zei het al: Simon grossiert de laatste jaren in bar ingewikkelde akkoordenschema’s. Dat is hier niet anders. En omdat het ten opzichte van alle voorgaande albums hier instrumentaal gezien wel subtiel maar ook uiterst karig is, doet het opnieuw denken aan een bergbeklimming: op grote hoogte worden de hellingen kaler. We komen hier boven de boomgrens. Voeg daar nog eens aan toe dat Paul Simon steeds verder experimenteert met ritmes, en is het duidelijk dat het op deze hoogte lastiger ademen is voor de luisteraar. Maar al koste het moeite, ik ben na een aantal luisterbeurten toch nog in zijn spoor. En: onder de indruk van het uitzicht.
Niet alles overtuigt me vooralsnog. ‘My Professional Opinion’ is een soort blues met een humoristische twist. Maar de stem van Simon – die op andere nummers nog alles lijkt aan te kunnen – blijkt hier te kwetsbaar geworden. Maar ach, Dylan-fans zijn meer gewend.
‘Your Forgiveness’ is het mooiste nummer. Het einde van het leven noopt tot terugkijken. Je ziet dat niet alles goed is gegaan. Je zoekt naar vergeving. ‘I lived a life of pleasant sorrows / Until the real deal came’ heette het eerder op het album. Duidt dat op dat raadselachtige gebeuren een paar jaar geleden toen er huiselijk geweld leek te hebben plaatsgevonden in huize Simon? Hoe het ook zij, echtgenote Edie zingt mee op dit album en alles lijkt pais en vree. Maar er dient nog steeds vergeving gezocht.
In datzelfde ‘Your Forgiveness’ komen we de mooiste zinnen tegen: ‘Dip your hands in heaven’s waters / God’s imagination / All of life’s abundandance in a / drop of condensation.’ Al in een enkele druppel water zie je het wonder van Gods scheppende verbeelding. Zo zingt Simon zich een weg naar de top. Al houdt hij op het laatst in. ‘Wait’ is de titel van het slotnummer. Hij is nog niet gereed. Maar zijn bruid zingt hem dan toe: ‘Let your eyes roam / Heaven is beautiful / It’s almost like home / Children! Get ready / It’s time to come home.’ Het is alsof we met Mozes op de Nebo staan.
Het lijkt voor Simon het einde van – zoals hij een paar keer zingt – ‘the path I slip and slide on’. Wie hem op dat pad heeft kunnen volgen beluistert ademloos het ‘Amen’ dat Simon en zijn vrouw samen tenslotte zingen. Hij heeft de top bereikt. Ik werd er ook een beetje bedroefd van. Het zou weleens Simon’s versie kunnen zijn van Bowie’s ‘Blackstar’ en Cohen’s ‘You Want It Darker’.
(Hier vertelt Simon zelf over ontstaan en maken van het album:)
Joe Henry zwoer op zijn laatste albums bij soberheid: een akoestische gitaar en een blaasinstrument – dat was het wel zo’n beetje. Mooie albums, daar niet van, maar het deed mij weleens verlangen naar zijn oudere werk. Maar ziedaar: alleen al de opening op zijn nieuwe album ‘All The Eye Can See’ zet een heel andere toon.
Lees meerWat staat er in de kern van de meeste dorpen en steden? Een kerk en een kroeg natuurlijk. Wel, dat is precies wat Ad Vanderveen met de titel van zijn nieuwe album bedoelt. En hij nam er dat album ook op. In de kerk én in de kroeg.
Lees meer