Het is februari 2019. Ik zit voor een vakantiehuisje. We hebben een weekje vrij. Net zoals in voorgaande jaren kozen we voor Limburg. Het huisje kijkt vanaf een glooiende heuvel uit over een vredig dal. Het is er stil. Zo stil dat het me ineens opvalt hoeveel geruis me dagelijks omringt in Papendrecht.
Ik zit zonder jas op het terras. Een (te) vroege lente. De zon streelt zacht mijn gezicht. De warmte masseert mijn schouders. Ik voel hoeveel ze de laatste weken torsten. Het zachte licht over het wijde landschap opent mijn hart. Ik bedenk mijn dagelijkse haiku (een eenvoudige Japanse versvorm):
In een bladstil dal
de kerktoren van Vijlen –
vredige verte.
Vanuit het dorpje Vijlen in de verte wijst het kerkje namelijk naar omhoog. Naar de verten van God die nu tegelijk ongehoord dichtbij komen.
En dan kijk ik in mijn boek. Ik lees een verhaal dat Nescio schreef in de jaren veertig. Oude taal, maar wat ik lees, rijmt met wat ik nu ervaar:
‘De Heer is in de groote stilte en leegte en in dit wonderbaarlijke einde van een monumentale dag. Deze dag is weer mijn geweest en mijn is deze betooverde wereld. De zon staat stil, het zal geen nacht worden. De tijd staat stil, de onbarmhartige eeuwigheid heeft erbarmen. God heeft de vergankelijkheid van mij weggenomen en van deze bloeiende wereld. De hemel welft stil en blauw over het goedetierene groen. En rondom, voor en achter me en opzij, hoor ik den onbegrijpelijke roep. Vanwaar? Dertien maal roept deze stem Gods van voorbij de grenzen van het begrip.’
Nescio was geen groot gelovige. Nescio lijkt op Prediker. Een twijfelaar. Zijn naam betekent dan ook: ‘Ik weet het niet’. Maar hij kwam God regelmatig tegen in natuur en landschap. Daar doen kerkmensen wel eens denigrerend over. Maar ik moet dan altijd denken aan wat Kuitert schreef: ‘Wie God niet buiten de kerk tegenkomt, komt Hem in de kerk ook niet tegen.’ En een woord van Arnold van Ruler komt bij me boven: ‘Het bestaan lief te hebben, dat is de echte lofprijzing van God.’
Ik sluit het boek, kijk om mij heen. Mijn hart zegt: ‘Amen’.
Wij leven in een extraverte wereld. Je moet voor jezelf opkomen. Je bewijzen. Weerbaar worden. Goed gebekt zijn. Actie ondernemen. Opvallen. Haantje de voorste zijn. En je mening klaar hebben. Wie al die eigenschappen heeft, schopt het ver in onze maatschappij.
Lees meerDe Morgenster bestaat 100 jaar. Reden tot dankbaarheid. Er komt dan ook een heuse feestweek. Maar u ziet in de titel van dit artikel behalve een uitroepteken ook een vraagteken staan. Is er wel reden voor feest? Ja en nee, zou ik zeggen.
Lees meer