Vandaag is de 100ste geboortedag van Gerard Reve. Een moment om bij stil te staan. Hij was immers een van ‘De Grote Drie’ – naast Mulisch en Hermans behoorde hij tot de top van de naoorlogse Nederlandse literatuur.
Niet dat ik onverdeeld fan ben van zijn werk. Hij schreef ook bagger. ‘Geoudehoer’ zoals hij zelf placht te zeggen. Plat ook. En veel van wat hij schreef, zou vandaag waarschijnlijk niet meer kunnen. Al kun je ook zeggen dat het tóen ook niet kon en dat was waarschijnlijk ook zijn bedoeling. Provoceren kon deze pestkop als de beste.
Maar desalniettemin was zijn stijl van schrijven ongeëvenaard. Wie in de Nederlandse literatuur kan bogen op de meest uit het hoofd geciteerde slotzinnen van een roman? Ik doel natuurlijk op ‘De avonden’ met die onvergetelijke woorden:
‘Het is gezien,’ mompelde hij, ‘het is niet onopgemerkt gebleven.’ Hij strekte zich uit en viel in een diepe slaap.
Veel in zijn werk was diepzinnig en ontroerend. Zijn waarnemingen waren vaak ook erg raak. Sommige van zijn gedichten staan in mijn hart geschreven (‘Roeping’!). Maar vooral in humor en ironie vond hij zijns gelijke niet.
Dit jaar nog ga ik dan ook ‘De avonden’ herlezen (in de decemberdagen die het boek beschrijft) en ‘Moeder en zoon’, misschien wel zijn mooiste: over zijn bekering tot het Rooms-Katholicisme.
Ik liet me ook als theoloog graag door Reve tegenspreken en onderwijzen. Ik speel graag met het begrip verbeelding als het gaat om de taal van het geloof. Maar dan kan ik de nu volgende zinnen in mijn zak steken. Ze komen uit een artikel over de Lijkwade van Turijn, maar zijn van toepassing voor al het spreken over God.
De Kerk verkondigt haar leer letterlijk, en het ligt aan het geestelijk niveau van de zielen of die haar letterlijk, allegorisch dan wel als een ondoorgrondelijk mysterie wensen op te vatten. Die Kerk is niet achterlijk, al denkt de tegenstander dat zij net zo imbeciel is als hij zelf.
Men kan niet van deur tot deur iets colporteren en zeggen ik kom u iets vertellen dat eigenlijk niet waar is, maar op een bepaalde manier juist héél waar is. Want wat zegt dan degene die de deur open doet? Hij zegt: ‘Man, donder op en laat meteen je haar maar eens knippen.’ Zo is het toch?
Vandaar dat de verkondiger beter kan zeggen: ‘God is mens geworden, heeft geleden, is gestorven en begraven, opgestaan van de Doden, en heeft ons voor eeuwig verlost van Zonde en Dood.’ Want alleen dan is er een bescheiden kans dat degene die de deur open doet, zegt: ‘Dat mag ik horen’, of ‘Het werd tijd’ of ‘Zo moet het over de gehele wereld’. Want aan een god die ‘eigenlijk niet, maar op een bepaalde manier juist héél erg bestaat’, daar heeft die man die de deur open doet geen boodschap aan…
Heerlijk sarrend voer voor theologen. En het geeft nog te denken ook.
Aangeslagen. Tijdens mijn stille tijd zo-even kon ik mijn gedachten er maar niet bijhouden. Elke morgen volg ik ‘The Rhythm of Life: Celtic Daily Prayer’. Daarna ‘Stille omgang’ van Willem. Maar het ging allemaal langs me heen. Telkens viel mijn verbijstering me in de rede - verbijstering over de verpletterende overwinning van de PVV.
Lees meerDe ansichtkaart staat sinds 1 januari op mijn bureau. Ik nam hem mee uit een museum. Het is screenshot uit een beroemde video van kunstenaar Guido van der Werve (oorspronkelijk uit mijn geliefde Papendrecht). De video uit 2007 is getiteld ‘Nummer acht’.
Lees meer