Op 15 augustus zal het honderd jaar geleden zijn dat dichter en theoloog Willem Barnard werd geboren. Het zal niet onopgemerkt voorbijgaan, zo schat ik in. Maar de dag wordt wat overschaduwd door de commotie rond het n-woord. Dan heb ik het over Lied 737, het prachtige lied van Barnard over de nieuwe wereld van God.
In dat lied wordt de stoet mensen beschreven die een plek krijgen in die nieuwe wereld. Vers 19 zingt: ‘De negers met hun loftrompet, de joden met hun ster.’ Het heeft me destijds verbaasd dat het ongewijzigd in het nieuwe liedboek van 2013 werd opgenomen. In Amerika was het n-woord toen al taboe. In 2011 barstte er zelfs een felle discussie los of het n-woord niet uit de klassieker ‘Adventures of Huckleberry Finn’ moest worden geschrapt. Het ging kennelijk allemaal aan de samenstellers van het liedboek voorbij.
Maar nu is de discussie ook in kerkelijk Nederland opgelaaid. Onder anderen Tom Mikkers heeft die aangezwengeld. Hij wordt daar vanmorgen in dagblad Trouw door Benno Barnard, zoon van, flink om gekapitteld. Mikkers heeft in de ogen van Barnard de suggestie gewekt dat er iets racistisch aan het lied of zijn vader zou kleven.
Dat lijkt me een onterechte en wat overgevoelige reactie. Ook lijkt hij een wat al te relativerende toon aan te slaan: ‘Zwarte mensen vinden het aanstootgevend. Daar moeten we rekening mee houden, al zullen Nigeriaanse christenen die bedreigd worden door Boko Haram er niet van wakker liggen.’ Of zwarte mensen uit migrantenkerken in Nederland dat een eerlijke vergelijking vinden? Ik vind het wat al te gemakkelijk.
Natuurlijk was Willem Barnard niet racistisch. Het lied stamt uit een tijd dat het n-woord nog niet beladen was. Ik heb het ook jarenlang van harte meegezongen. En daarbij hoorde en zag ik altijd Louis Armstrong ‘Oh, when the saints’ spelen. Het deed me veel. Ook omdat er eindelijk een kerklied was waarin – al was het maar voor even – de jazz en gospel recht werden gedaan.
Maar gaandeweg voelde het couplet steeds ongemakkelijker aan. Het ging in mijn oren ook paternalistisch klinken. De discussie in Amerika maakte ons er gevoeliger voor. Nogmaals, Willem Barnard kan niet verdacht worden van bedenkelijke motieven. Maar de tijden veranderden. En dan rijst de vraag: kan zo’n couplet nog wel?
Het verschil tussen ‘Adventures of Huckleberry Finn’ en Lied 737 is dat het lied een gebruikstekst is. Het moet stem geven aan een zingende gemeente. Dat betekent niet dat alles aangepast moet worden aan de standaard van vandaag. De traditie zingt in een levende gemeente mee. Maar de traditie kan ook in de weg gaan zitten, zelfs een betrekkelijk jonge traditie, zoals nu blijkt.
Daarom is het goed dat – zo begrijp ik nu – de tekst wordt aangepast. Volgend voorjaar zal er een boek over en met alle liederen van Barnard verschijnen. De Utrechtse dichter Ingmar Heytze zal daarin neger en jood vervangen door de muziekstijlen gospel en klezmer. Mooi. Willem Barnard wilde met zijn lied zeggen: het wordt groot feest in de nieuwe stad. Met een nieuwe tekst blijft het feest.
Geen mooier Pinkstergedicht dan 'Whitsunday in Kirchstetten' van W.H. Auden. Hij beschrijft er de Pinksterdienst in zijn toenmalige woonplaats Kirchstetten, een dorpje in Oostenrijk. Maar langzaam maar zeker zoomt de camera van het gedicht uit. We krijgen een blik op de toenmalige wereld. Het is de tijd van de Koude Oorlog. Het ijzeren gordijn is niet ver.
Nog precies een jaar en ik ga met pensioen. Duurt nog even, zult u zeggen. Maar toch word ik er al regelmatig op gewezen. ‘Kijk je ernaar uit?’ is de vraag die me het meest gesteld wordt. Ik word er wat onrustig van. Vooral omdat ik het niet goed weet. Ik ga het namelijk – net als iedereen – voor de eerste (en laatste) keer beleven.